Op Landgoed Scherpenzeel in Gelderland wordt de laatste jaren een steeds omvangrijkere eikensterfte waargenomen. Zowel in het bos als in de lanen staan honderden dode en kwijnende eiken. De sterfte vind plaats in een laaggelegen bosgebied van 15 hectare dat tot 90 jaar geleden natte heide was.
Armetierig
Toen Leen Moraal, onderzoeker insectenplagen bij Alterra, enkele weken geleden op uitnodiging van de beheerder Govert Bos op het particuliere Landgoed Scherpenzeel kwam zag hij vele dode eiken. Sommige eiken zijn al enkele jaren dood want vaak is de schors al helemaal weg. Een flink aantal bomen is recent geveld en verwijderd vanwege het gevaar van vallende dode takken. Veel levende eiken hebben waterlot op de stam of hebben dode takken in de kroon. Het bos met al die dode en aftakelende levende eiken ziet er behoorlijk armetierig uit.
Kevers
In de schors van veel dode bomen trof Moraal de karakteristieke D-vormige uitvlieggaatjes van de eikenprachtkever, Agrilus biguttatus, aan. Op zoek naar overwinterende larven werd bij een aantal levende bomen schors met een blesmes oppervlakkig afgeschaafd. Hierbij werden veel witte overwinterende larven gevonden. De larven van de kever maken gangen achter de schors maar ze overwinteren in de schors. Dat betekent dat in het voorjaar van 2012 dus weer een nieuwe generatie volwassen kevers zal verschijnen en er nog meer uitvlieggaatjes te zien zullen zijn. Er is enige spechtenactiviteit maar dat helpt weinig omdat er zo’n groot aanbod van voedsel is. Moraal schat dat wel zeventig procent van de bomen dood is of nog dood zal gaan.
Waterstand
De sterfte van de eiken begint bovenin de boom en loopt in een paar jaar naar beneden waarna de hele boom uiteindelijk dood gaat. Dit komt doordat de larven van de eikenprachtkever lange slingerende gangen maken onder de schors waardoor de sapstroom wordt onderbroken. De larven kunnen alleen gedijen in verzwakte eiken en die zijn er genoeg vanwege de te hoge grondwaterstand. Vroeger was de waterafvoer vanuit het bos naar de omgeving geregeld via watergangen die één tot twee keer per jaar werden geschoond. Maar de laatste paar jaar wordt dit niet meer gedaan omdat het natte bosgebied tijdens droge maanden als waterbuffer voor naastgelegen gras- en maispercelen wordt beschouwd.
Nat
Ondertussen sterven de boomwortels door hun langdurig contact met het grondwater langzaam af waardoor de eiken verzwakken. De verzwakte bomen worden gevoelig voor secundaire organismen zoals honingzwam en eikenprachtkever en sterven daardoor. Soms wordt een opzettelijke vernatting van verdroogde bossen uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling. In alle gevallen moeten beheerders weten dat grondwaterverhoging ten koste kan gaan van de vitaliteit van bomen.