Een uil kan iets wat bijna niemand kan: zijn kop 270 graden draaien zonder dood neer te vallen. Hoe kan dat?
Jagen met ogen
Uilen zijn doorgaans nachtelijke jagers, die bekend staan om hun priemende blik en draaiende kop. Die kop kan maar liefst 270 graden draaien. Hij moet wel. Uilenogen staan namelijk vast in de schedel. Dus om opzij te kijken of zelfs achterom, moet de vogel z’n hele kop bewegen. Het hele lijf bewegen is natuurlijk geen optie, want dan zou z’n prooi direct wegschieten.
De ogen van de uil staan niet alleen vast, maar ook eens nog dicht bij elkaar voor in de kop. Dat geeft de uil een binoculair gezichtsveld: hij kan heel goed diepte zien. Samen met hun goed ontwikkelde oren, die ver uit elkaar staan, waardoor ze goed in staat zijn de richting vast te stellen waaruit een geluid komt, maakt dat uilen tot excellente jagers.
Draaien
Onderzoekers van de Johns Hopkins University in Baltimore ontdekten recent hoe het mogelijk is dat uilen hun kop zo ver kunnen draaien. De halswervels in de nek van een uil blijken gaten te bevatten die in diameter meer dan tien keer zo groot zijn als de slagader die erdoorheen gaat. De extra ruimte fungeert als een soort airbag voor de slagader, die bescherming biedt tijdens de draaiing van de nek. De nekslagaders bleken ook holtes te bevatten, die als bloedreservoirs kunnen dienen. Door deze speciale kenmerken kan de uil zijn hoofd erbij houden.
Kerkuil
In Nederland komen zes soorten uilen voor: steenuil, ransuil, bosuil, kerkuil, de zeer zeldzame velduil en de nog veel zeldzamere oehoe.
Die uilen behoren bijna allemaal tot dezelfde familie, namelijk de uilen (Strigidae). De kerkuil is de uitzondering: die vormt in z’n eentje de familie van de kerkuilen (Tytonidae). Dat zit ’m in z’n karakteristieke snoet: een wit, hartvormig masker, officieel sluier genoemd.
Met die kerkuil gaat het steeds beter, na jaren van achteruitgang. Die achteruitgang werd veroorzaakt door het verlies van woonruimte en jachtterrein. Het plaatsen van nestkasten door de zeer actieve
Kerkuilenwerkgroep Nederland
bleek de redding voor de kerkuil, zodat ons land nu ruim 2000 broedende kerkuilenpaartjes heeft.