Vroeger en nu
Rond 1750 kwam circa 66% van de ongewervelde dieren in de rivier voor op hout. Dit was afkomstig van bomen die op de oevers en in de uiterwaarden groeiden. Vanaf de middeleeuwen werden deze begroeide oevers en ooibossen gerooid. Ook werd het dode hout uit de rivier verwijderd. Tegenwoordig leeft driekwart van de ongewervelden op kribben van steen, die de mens daar heeft aangelegd. Deze kribben hebben de oorspronkelijke planten en dieren weinig te bieden en trekken juist exotische soorten aan. Zonder rivierhout waar filteraars zich op kunnen hechten, zullen zwevende algen dan ook ongebruikt verder spoelen en benedenstrooms bezinken. Vastzittende algen komen zonder rivierhout zelfs nauwelijks tot ontwikkeling. Zonder rivierhout verdwijnt een belangrijk deel van de basis van de voedselketen.
Veiligheid
Rijkswaterstaat ziet erop toe dat de bomen niet leiden tot extra opstuwing bij hoogwater of hinder voor de scheepvaart. De bomen worden buiten de vaargeul geplaatst en stevig verankerd aan de bodem of aan de wal. In de komende jaren zullen honderden bomen in de rivier worden gelegd. De terugkeer van rivierhout vormt een essentiële schakel voor herstel van leven in de rivier en draagt bij aan de natuurbeleving van sportvisser, duiker, snorkelaar en vogelaar.
De illustratie Rivierhout is
hier
gratis te downloaden.
Meer informatie is te vinden op de website van
ARK