Niet de stikstofcrisis, de zoönosen of de klimaatcrisis... Nee, Dolf Jansen staat stil bij het geurtje 'petrichor'. Een luchtje dat vaag aan iets doet denken. Lees hieronder de gehele column:
Natuurlijk zou ik het vanochtend moeten hebben over Minister Schouten’s oplossingen voor de stikstofcrisis. Over milieuorganisaties, die blij zijn dat er wat gebeurt, maar veel kritiek hebben op de manier waarop. En organisaties als LTO en Farmers Defence Force, waar ze eigenlijk vinden dat er geen probleem is. En als er wel een probleem is ligt het maar een klein beetje aan de boeren. En de getallen kloppen niet. En er is altijd wel een onderzoeksinstituut te vinden, dat met getallen komt, die wel uitkomen. En er moet echt heel veel geld naar de sector, om te beginnen aan een mogelijke oplossing. En boeren die stoppen moeten hun stikstofrechten natuurlijk wel kunnen doorverkopen aan doorgroeiende bedrijven down the road. En en en.
Ik zou het moeten hebben over mijn angst voor zoönosen. Het overspringen van virussen van dier op mens. En de gevolgen daarvan. Ik denk aan nertsen, ik denk aan geiten, varkens, kippen. Ik denk aan het onwaarschijnlijke aantal levende wezens dat wij in een toch vrij klein land opsluiten en ophokken en opfokken en slachten. En, de grote hoeveelheid mensen, die er dus constant bij in de buurt zijn.
En ik denk aan dezelfde hardwerkende minister, die zegt dat je thuiswonende katten vooral binnen moet houden, vanwege eventueel besmettingsgevaar. En dat je ze minimaal op anderhalve meter afstand moet houden om dezelfde reden. Waarbij het probleem is dat sommige mensen wel een paar katten hebben en niet iedereen heeft een optrekje met de omvang van de Koning en zijn gezin.
Maar ik doe het niet. Want ik heb iets geroken en dat wil ik met u delen. Ik denk een weekje geleden. Ik liep hardlopend het onvolprezen Mediapark, waar ik samen met de grote Felix Meurders weer twee uur Spijkers heb mogen koppen, onder het parkeerdek door, links, rechts, links, hek door. Het Spanderswoud begint. Het is een graad of 18, de zon is net verdwenen.
Ik heb vier uur gewerkt, mijn best gedaan, tussendoor twee broodjes en twee bananen weg te proppen. Ook al, omdat ik een week eerder tijdens een vergelijkbare training een zogenaamde hongerklop kreeg. Nee, HONGERKLOP, Caps Lock.
Dat betekent dat je tijdens je inspanning visoenen van eten in allerlei vormen krijgt. Je wankelt. Je eet bijna de schors van de boom, en je moet nog een kilometer of zeven.
Ik voel wat druppels. Aansluitend voel ik wat meer druppels. Op het nieuws van 1 uur had ik gehoord, dat we weer met heel veel droogte te maken hebben en vermoedelijk deze zomer ook weer te maken gaan krijgen. En Peter Kuipers Munnike had wel gerept van wat buitjes. Maar dat ging over het noorden toch? Nou, het noorden en de regio Hilversum, dus. Want een kwartier later vindt een volgend buitje mij.
En dan gebeurt het. De aarde lijkt open te breken. En die geur, die geur overspoelt mij als een geur dat kan althans. Na mijn training, in de trein naar huis, vroeg ik via twitter na wat het ook alweer is. Wat je ruikt als de warme bosgrond, zo door een eerste buitje wordt gegegegege.. Hoe zeg ik dat netjes, zonder enige seksuele verwijzing te maken?
Afijn, u heeft vast wel een idee. En anders kan ik u na Vroege Vogels een fijne boswandeling zeker aanraden en of wat indoor activiteiten. Het eerste antwoord dat ik kreeg luidde: vraag het Helga van Leur. Wat natuurlijk een antwoord is dat altijd passend is.
Hoe ernstig is de klimaatcrisis? Vraag het Helga van Leur. Wat is het verband tussen ons consumptiegedrag en de toekomst van het Amazone regenwoud? Vraag het Helga van Leur. Waar zijn mijn autosleutels? Afijn.
Kort erna bereikte mij van velen de term Petrichor. Hoewel sommigen het ook grondlucht noemden. Kloppend, maar niet voldoende vind ik. Of lekkerrrrr. Kloppend maar nog niet een volledig antwoord.
Een volger nam zelfs de moeite mij de chemische formules te doen toekomen. Maar dat zal ik op deze plek niet met u delen. Voor je het weet is het iets dat een president van de Verenigde Staten in nietsvermoedende aderen wil spuiten, als medicijn tegen sarcasme en ongekende domheid, De geur, petrichor, dus, hoort bij deze dagen en weken. Bij de zomer ook, als we die regen zo nodig gaan hebben. Zoals zeewier en turf, die me aan de Ierse westkust doen denken, haalt deze geur me terug zomers, toen ik een jaar of 12 of 13 was en met mijn ouders wandelde.
Andere bossen, zelfde geur, zelfde gevoel. Het gevoel van hier moet ik zijn, hier ben ik op mijn plek.