Dolf Jansen: Henk Kamp
• 18-12-2016
• leestijd 4 minuten
Vandaag wordt de meest groene politicus van dit jaar in dit onvolprezen programma bekend gemaakt. Noch Henk Kamp noch ik zijn genomineerd. Dat laatste zal te maken hebben met het feit dat ik geen politicus ben, hoewel de afgelopen maanden allerlei types met meerdere hersencellen op min of meer de juiste plek besloten dat wel te zijn, een soort partij in elkaar te hameren en in te schatten dat er toch zeker 5, meer dan tien of zelfs dertig zetels haalbaar moeten zijn, in maart. Maar goed, ik dus niet.
Dat dhr Kamp niet genomineerd is lijkt me erger, althans, hij is een politicus en eigenlijk degene die zich, kwa macht en invloed, in dit land de afgelopen 4 jaar het meeste voor de groene zaak, duurzaamheid en circulaire economie zou hebben moeten inzetten. Maar goed, dat is dus niet erg gelukt, aldus de ongetwijfeld onverbiddelijke jury.
Ik raak kwa Kamp even aan twee dingen, of drie. Een paar maanden geleden kwam een discussie op gang over al dan niet gasaansluitingen in nieuwe (en soms ook bestaande) woningen. Kamp werd in het links-reactionaire NPO-journaal in beeld gebracht met de zin: het is natuurlijk wel van belang dat de Nederlandse economie blijft draaien, en dat we zekerheid hebben dat de huizen verwarmd blijven. Bewuste indirecte boodschap: met al die alternatieve energievormen zou je straks wel eens in de kou kunnen zitten terwijl buiten de Hollandsche Economie het voorbeeld van Zimbabwe volgt. Dat is niet zo, het slaat nergens op, maar het tekent denk ik de Henk Kamp van toen. Hij wil best praten over duurzaamheid, en hier en daar zuchtend wat doen, maar vooral geen gekkigheid jongens, vooralsnog lekker door met NAM en Shell en al die andere vertrouwde partners. Hij was een man die met enige jaloezie leek te kijken naar de oranjegekleurde nieuwe president der Verenigde Staten aan de Overkant - de man met de dode cavia over de schedel gedrapeerd, de man die beweert dat klimaatverandering is bedacht door de Chinezen om de Amerikaanse economie te schaden, de man die zelfs een Exxon-Mobil-topman als minister van Buitenlandse Zaken weet voor te dragen want die is zo goed in internationale contacten en heeft zo’n fijne band met bevriend dictator Vladimir – zo’n man leek Henk Kamp, zo’n man was Henk Kamp ook, denk ik.
Maar hij heeft, dat weet u, het licht gezien. En dan niet zomaar het licht, nee, mooi duurzaam led-licht ondersteund door een state of the art zonnepaneeltje. Henk Kamp is om. Henk Kamp is zo om, dat hij zo’n beetje languit wijdbeens op de vette Twentse klei ligt en tegen alles wat energiezuinig, duurzaam en circulair is roept: neem mij….neem mij hard….ik wil het…ik heb jarenlang gedwaald, dacht dat we alles op konden maken en uit konden putten, maar nee, ik zat ernaast, neem mij, nu……ik wil zon, ik wil wind, ik wil energie uit biomassa en aardwarmte…ik wil dat je mij keihard…
Afijn, dit beeld moet u verder zelf maar even invullen en afmaken.
Deze week stond mijn nieuwe vriend Henk ergens bij Pernis op een toren om te vertellen dat er grote windparken aankomen, mede ondersteund door bedrijven die tot nu toe letterlijk en figuurlijk behoorlijk fossiel oogden. En de Energie-agenda werd gepubliceerd. Met daarin zo te zien welgemeende zinnen als hoe in Nederland in 2050 nauwelijks nog CO2 wordt uitgestoten;
en: belangrijk dat de investeringen die de komende jaren in Nederland worden gedaan, passen bij een CO2-arme energievoorziening;
en een quote van my best buddy Henkie: De transitie naar een CO2-arme energievoorziening is definitief ingezet, er is geen weg terug. We moeten ons realiseren dat de omschakeling naar een CO2-arme economie grote investeringen vereist. Het kabinet zet in op beleid waarmee de energietransitie kosteneffectief gemaakt kan worden. De kostenbesparing die gemaakt is bij wind op zee heeft al laten zien dat dit mogelijk is.
Cynisch gezegd: alles wat door onderzoekers, vooruitlopende ondernemers, activisten, gewone mensen en types met een grote mond zoals ondergetekende al jaren wordt beweerd – energietransitie kan en moet, is economisch haalbaar en menselijkerwijs gezien onvermijdelijk – lijkt nu zomaar beleid te worden. Waarbij we, natuurlijk, en helaas, nog even moeten afwachten waar de VVD staat na half maart, om over de volstrekte geblondeerde-kop-in-het-zand-mentaliteit van de PVV nog maar te zwijgen, maar toch, maar toch..
Als de vader des Vaderlands Henricus Gregorius Jozeph Kamp deze weg de komende maanden met kracht gaat nastreven, overweeg ik straks op de fiets naar Diepenheim te springen om hem persoonlijk, met milieuvriendelijke verf vanzelfsprekend, om te spuiten tot meest groene politicus van 2016.
Fijne zondag!