Het tellen van de kolonies Purperreigers gebeurt traditioneel begin juni. Dan trekken gelaarsde tellers van Sovon de moerassen in om nesten te tellen. Hoewel het nog te vroeg is om te spreken van een goed seizoen voor de Purperreiger, zijn de eerste tekenen gunstig. In vier getelde kolonies in het Groene Hart bleken de Purperreigers het minstens zo goed te doen als in 2013 en dat was een goed jaar. De kolonie van Kinderdijk stijgt met 165 nesten naar een recordhoogte en ook de Zouweboezem scoort goed met 161 nesten. Vorig jaar waren dat er nog respectievelijk 120 en 150.
Fotograaf: rubo99
Steeds beter
De ontwikkeling van de aantallen Purperreigers wordt al decennia lang nauwkeurig gevolgd met de hulp van supervrijwilliger Henk van der Kooij. Ieder jaar wordt het aantal nesten geteld van alle kolonies die bekend zijn. Uit de telreeks blijkt dat het de laatste twintig jaar steeds beter gaat met de Purperreiger. Langzaam komt het niveau van begin jaren 70 weer in zicht. Aan het einde van die jaren crashte de populatie door enorme droogte in de overwinteringsgebieden. Purperreigers zijn in sterke mate afhankelijk van genoeg natte foerageergebieden in de Sahel. Gelukkig is er in recente najaren (2010, 2012) veel regen gevallen in de Sahel, waarna de populatie licht opveerde (zie figuur). Wie weet zet de positieve trend door en passeren we dit voorjaar voor het eerst sinds 1977 weer de 800 broedparen.