De kroeskarper, de enige van oorsprong Nederlandse karperachtige, kan zich kruisen met uitheemse karpersoorten. Dit ontdekte UvA masterstudent Sebastiaan Rückert tijdens zijn onderzoek voor stichting RAVON: reptielen-, amfibieën- en vissenonderzoek Nederland. Hij vond genetische veranderingen in de zeldzame vissoort die ertoe kunnen leiden dat de kroeskarper op termijn verdwijnt.
Kroeskarper
Nederland heeft de
kroeskarper
(
Carassius carassius
) als enige inheemse karperachtige. Door het verdwijnen van kleine wateren in moerasgebieden en uiterwaarden is de soort de afgelopen jaren in aantallen achteruit gegaan. Maar de veranderende leefomgeving is niet de enige bedreiging voor deze kwetsbare karpersoort, aldus het onderzoek van Rückert.
Hybrides
Aanleiding voor het onderzoek waren resultaten uit omringende landen die aantoonden dat karperachtigen zich kunnen kruisen. Rückert besloot een vergelijkbaar onderzoek in Nederland te startten. Omdat de karpersoorten voor het oog gelijke kenmerken hebben, werd het een aanpak op genetisch niveau. Met hengel en schepnet haalden Rückert en collega’s van RAVON exemplaren uit tien populaties om stukjes van de vin af te nemen. Het daaropvolgende labwerk op de UvA, onder begeleiding van docent Hans Breeuwer en anderen, bestond uit een analyse op het mitochondriaal en ribosomale DNA.
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat vermenging met de gewone karper inderdaad plaatsvindt. Eén van de bemonsterde kroeskarperpopulaties bestond vrijwel geheel uit hybrides tussen de kroeskarper en de gewone karper. Bij de overige populaties werd dit niet gevonden, maar werden de gewone karper, goudvis en giebel wel in veelvoud aangetroffen: een indicatie dat een invasie van uitheemse karperachtigen mogelijk gaande is.