De
hazelworm
(
Anguis fragilis
) is een pootloze hagedis uit de familie hazelwormen (Anguidae). De hazelworm kan tot 50 centimeter lang worden maar in sommige streken blijft hij kleiner. De kleur is bruin tot grijs met op de rug en flanken meestal enkele dunne donkere strepen van de nek tot de staart, die soms bestaan uit rijen zeer kleine vlekjes. Binnen het enorme verspreidingsgebied zijn de kleuren variabel; sommige exemplaren zijn roestbruin, geel of zelfs zwart. In de paartijd krijgen vooral de mannetjes blauwe vlekken op de rug.
Bij de hazelwormen in onze streken zijn de mannetjes meestal grijs met soms wat kopergroene vlekjes. Ze zijn vooral goed te herkennen aan de bredere en grovere kop. De wijfjes zijn in Nederland meestal glanzend kastanjebruin.
De hazelworm komt voor in grote delen van Europa en Klein-Azië. De habitat bestaat uit begroeide omgevingen met een strooisellaag waarin het dier in kan schuilen en jagen. Omdat het een schemeractieve soort is, wordt hij maar zelden overdag aangetroffen.
In Nederland is de hazelworm voornamelijk te vinden in bossen op open plekken, bosranden en houtwallen. Klimmen doet deze hagedis niet graag en hij jaagt met name op wat hij op de bodem aantreft. Omdat de hagedis niet zo snel is, vangt hij ook wat langzamere prooien als (naakt)slakken, regenwormen en insecten en de larven. Hij is het meest algemeen op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Hij wordt daar zowel op de heide als in het bos gezien maar heeft een voorkeur voor bosranden.
In april paren de hazelwormen. De mannetjes kunnen dan agressief tegenover elkaar zijn en proberen concurrenten met de bek te pakken en weg te gooien. In mei liggen de wijfjes vaak te zonnen om de embryo's zo snel mogelijk te laten groeien. In juli en augustus leggen ze eieren die meteen uitkomen.