Een slordige dertig jaar geleden kwamen we in het gehucht te wonen, waar we thans nog wonen. Juist op tijd om de eerste boom te zien slaan voor wat moest uitgroeien tot een bos, echte natuur in het groene hart van Holland. De ‘boom’ werd gewoon geplant in een weiland. Met duizenden ‘vriendjes’ om zijn eenzaamheid tegen te gaan, door kinderen die nog respect hadden voor andermans eigendommen en deze takjes verder ongemoeid lieten. Die takjes hadden op hun beurt geen notie van de verwachtingen die zij bij mensen opriepen: uitgroeien tot echte bomen.
Dat deden zij ook. Tot grote vreugde van de vogels. Buizerds, kiekendieven, maar vooral de ordinaire reigers maakten zich eigen van de bomen of de bescherming die deze aan hen boden. Later volgden nog de zilverreigers, en verschillende soorten ganzen en eenden. En ratten natuurlijk. Overal kom ik klemmen tegen. Knaloranje, niet vanwege het voetballen, maar de herkenbaarheid. Geplaatst door mannen in camouflagepakken om die knagers niet af te schrikken. Er schijnt zelfs een ree in het bos gesignaleerd te zijn. Maar die lag eerder in onderdelen op de bbq ergens in een speelweide, dan op vrijersvoeten in de natuur.
Kortom: onze natuur werd natuur. Het grappige is echter, dat natuur geen natuur mag zijn. Ergens zitten dames en heren achter een tafel te bepalen wat natuur is en erger nog: wat wij mooi moeten vinden. Ergens sluipt ook het etiket ‘nuttig’ of ‘niet nuttig’ in de gelederen. En hoewel de mens nauwelijks ergens voor deugt in de natuur, trekken wij toch altijd aan het langste eind. We hebben immers de touwtjes in handen.
Brandnetels: alleen het zien al, veroorzaakt jeuk. Weg ermee, met grof geweld! Is er ergens een tribunaal voor dit soort onrecht?! Kunnen de koolzaadbloemen zich hierbij aansluiten. Geel is mooi, maar wel erg saai, te saai. Evenals die witte schermbloemen, fluitekruid. Als ik de natuur wil digitaliseren, moet ik verdomd snel zijn. Paraat staan als of het een rampenplan betreft.
Die eindjes worden behalve persoonlijke smaak, mede bepaald door de financiële ruimte die Vadertje Staat ons biedt. In de tijd dat geld voor het opscheppen lag, Nederland nog koploper was in een milieuvriendelijke wedrace, waren bosschoonheidsspecialisten met een nagelschaartje bezig, plantjes een als het ware persoonlijke verzorging te gaven. Bomen die sneuvelden werden onmiddellijk weggehaald. Dat stoorde onze blik op de natuur. Dood hoort niet bij leven!
Momenteel - we schijnen in een economische recessie te leven - doen de beheerders niets meer aan onderhoud. De natuur moet vooral zijn eigen weg gaan. Maar bomen die op den duur gevaar zouden kunnen gaan opleveren, worden zonder aanziens des booms gekapt . En blijven liggen, omdat de natuur … Rijen bomen en niemand heeft me duidelijk kunnen maken waarom. Bomen werden ook niet bezet, zoals destijds in Amelisweerd. Er is geen nieuwe generatie groene mensen opgestaan en ik ben te krakkemikkig om nog te klimmen.
Ik heb een stichting die zich met bomenkap bezighoudt, gemaild om te waarschuwen voor deze Spaanse inquisitie. Maar of die ooit nog iets gedaan heeft aan dit onheil, is mij onbekend. De bomen zijn weg en blijven weg. Heel natuurlijk.