Dick Ket: Klaas
• 03-12-2008
• leestijd 3 minuten
Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, woonde ik in het grootste dorp van Nederland, de gemeente ’s-Gravenhage. Een gemeente, die er heel lang onder gebukt ging, slechts een dorp te zijn. Maar, en dat moeten alle andere steden toegeven, een mooi groen dorp. Met alles erop en eraan.
In die tijd had ik een visboer, die ondanks zijn hoge leeftijd, er heilig van over-tuigd was, dat Sinterklaas echt bestond. Erger nog, dat alles waar hij ook maar iets van kreeg, echt bestond. Behalve de belasting. Daar kreeg hij slechts de zenuwen van. Hij geloofde dus in Sinterklaas, de Kerstman en de Paashaas. En in zijn - met de nadruk op zijn - verjaardag. Hoewel dat laatste, volgens mij, niks met geloven te maken heeft. Maar onze visboer, een echte man, hield stug vast aan zijn eenvoudige principes.
Een aantal hiervan heb ik in mijn onschuld ook overgenomen. Zo geloof ik in Sinterklaas en de Kerstman. In de Paashaas ook, maar dan als een bedreigde diersoort. Mijn verjaardag viel af. Niet, omdat ik weigerde ouder te worden, maar omdat het zo’n verplicht familiefeest is. Waar iedereen aanwezig moet zijn, om niet over de tong te gaan.
Als ik zeker zou weten, dat de goedheilig man echt bestaat, zou ik me zorgen moeten maken. Kreeg ik vroeger niet de waarschuwing van mijn ouders, vooral niet met vieze oude mannetjes mee te gaan? Zeker niet als hij pepermuntjes uitdeelde! En is er nu niet een kerk met echte ‘sinterklazen’, die zich scheel be-taalt aan alle liefdevolle ingrepen onder de mantel der liefde?
Zoals ik in Sinterklaas geloof, geloof ik ook in Zwarte Piet. Ook al speelde mijn vrouw jarenlang voor deze zwarte knecht op haar kleuterschool. Als Sint en Piet dus bestaan en zijn schimmel eveneens, rijden die drie ook over daken. Het is of alles of niets in ‘t geloof, nietwaar? Ik wil niet ge-excommuniklaasd worden! En daar in de hoogte ontstaat mijn zorg. Niet, dat één van dit drietal zal vallen. Als je zo lang gelooft als ik, worden ze in mijn ogen onfeilbaar.
Nee, mijn zorg is de aanwezigheid van steeds meer zonnepanelen op de daken en ik weet niet op wat voor gekke plekken nog meer. De kans, dat die drie daar op het dak dergelijke voorzieningen beschadigen, is dus heel reëel. En dan zijn de rapen gaar. Want, wat in de discussie tussen allochtonen en autochtonen niet is gelukt, zou nu de aanleiding kunnen worden van het in rook doen opgaan van mijn Sinterklaas en Zwarte Piet. Dan zwijg ik nog over de schimmel, die me zo vreselijk doet denken aan het blinde, witte paard van mijn opa!
Ik wil dus een lans, hoewel een staf hier beter op zijn plaats is, breken voor het
behoud van mijn geloof én het bestaan van zonnepanelen. Misschien moeten
we Sint van het dak halen. Maar beter nog, kunnen we niet allemaal een paar
van die panelen kopen? En hier vervolgens een energiezuinige buitenlamp op
aansluiten. Die vanzelf gaan branden als er iemand langs loopt. Zodat hierdoor op de daken als het ware een mooie landingsbaan voor onze Klaas ontstaat.
En mocht de goedheilige toch niet bestaan - wat ik niet geloof - geen mijter over boord, hebben we onszelf met zo’n energieopwekker een mooi cadeau gege-ven: Een betere toekomst voor onze kinderen en hun Sinterklaas.