Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Dennenprocessierups voor het eerst aangetroffen in Nederland

theme-icon
Natuur
21-08-2025
leestijd 3 minuten
1301 keer bekeken
dennen

© Fotograaf Jeanet1

In het eerste jaar van een monitoringnetwerk voor de dennenprocessierups langs de Nederlandse grens, zijn bij de eerste controle van de vallen twee dennenprocessievlinders aangetroffen, twee in Limburg en een in Gelderland. In de toekomst moeten we rekening houden met overlast van de brandharen van deze nieuwe vlindersoort. De overlastperiode start eerder dan bij de eikenprocessierups.

In 2018 wees het Kenniscentrum Eikenprocessierups al op de noordwaartse uitbreiding van de dennenprocessierups richting Nederland. Deze zomer is er voor het eerst, op initiatief en onder leiding van Silvia Hellingman, gestart met een monitoringnetwerk van feromoonvallen. Dat netwerk loopt van Limburg tot Groningen. Bij de eerste leging van de feromoonvallen zijn in Limburg en Gelderland direct de eerste vlinders van de dennenprocessierups (Thaumetopoea pityocampa) gevangen. Niet eerder zijn vlinders van deze soort in ons land gezien. De locaties worden nog verborgen gehouden. De monitoring duurt nog tot medio september, waarna locaties vrijgegeven zullen worden.

Dennen en meidoorn

Dennenprocessierupsen behoren tot dezelfde familie als de eikenprocessierupsen. De waardplant bestaat uit allerlei naaldbomen, zoals dennen, sparren en ceders. In de literatuur worden echter ook steeneik (en de tweestijlige meidoorn als mogelijke waardbomen genoemd. De steeneik komt niet veel voor in ons land, maar de meidoorn wel. Het is nog onduidelijk of de eikenprocessierups ook in de eenstijlige meidoorn voorkomt. Die boom heeft een veel bredere verspreiding dan de tweestijlige meidoorn.

Levenscyclus verschilt met de eikenprocessierups

De levenscyclus van de dennenprocessierups verloopt wat anders dan die van de eikenprocessierups. Van juni tot en met september vliegen de vlinders rond om te paren en eitjes af te zetten. In tegenstelling tot bij de eikenprocessierups komen de eitjes vrij snel uit. De dennenprocessierupsen maken nestjes zodra ze uit hun eitjes kruipen. Ter vergelijking: eikenprocessierupsen maken pas een nest in het vierde larvestadium. Na elke vervelling maken dennenprocessierupsen een nieuw nest. In die nesten overwinteren ze ook als rups, in zogenaamde winternesten. Van september tot en met maart zijn de rupsen en nesten te vinden.

Overlastfase in maart en april

Dennenprocessierupsen blijven in hun nesten tot ze in maart en april de naaldbomen verlaten om zich te verpoppen. Ze kunnen dagen in processie lopen om een geschikte plek te vinden in de grond, waar ze zich ingraven. Ze kunnen dan ook in tuinen, huizen, scholen, weilanden en straten aangetroffen worden. In deze wandelfase laten ze makkelijk hun brandharen los. Deze kunnen de omgeving besmetten. Bij direct contact leveren ze overlast op voor mens en dier, waaronder honden, katten en paarden. Elke rups heeft zo’n één miljoen brandharen en dat is iets meer dan de eikenprocessierups.

Nestparasieten

Dennenprocessierupsen veroorzaken overlast, maar ze hebben zelf last van nestparasieten. In Overijssel is door Silvia Hellingman een bronswesp aangetroffen die ook nieuw is voor Nederland. De vondst is overgedragen aan de specialist van Naturalis, Sandrine Ulenberg, die de bronswesp heeft gedetermineerd als Baryscapus servadeii. Deze wesp staat in de literatuur als eiparasiet van dennenprocessierupsen bekend. De bronswesp is maximaal 2,1 millimeter groot en kan geen grote afstanden op eigen kracht afleggen. Vermoedelijk is de bronswesp meegelift met de gastheer, in dit geval een dennenprocessievlinder.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

Gerelateerd

Al 100 jaar voor