De Tweede Kamer heeft donderdag een begin gemaakt met een debat over het verbieden van de nertsenfokkerij, maar is nog lang niet aan stemming toe.
Alleen de woordvoerders van de fracties komen donderdag aan het woord. Volgende week hebben de leden van de Tweede Kamer vrijaf en pas daarna zullen de indieners van de wet reageren op de kritiek.
Die indieners, SP-Tweede Kamerlid Krista van Velzen en haar PvdA-collega Harm Evert Waalkens, stellen zich in het wetsvoorstel 'Verbod Pelsdierhouderij' principieel op. Het houden en doden van dieren louter om hun pels is volgens hen moreel verwerpelijk.
De grootste regeringspartij, het CDA, denkt dat de wet alleen leidt tot verplaatsing van nertsenfokkerijen naar andere landen, omdat elders in Europa geen verbod geldt. ,,Wie echt van nertsen houdt, wenst hun toe dat ze in Nederland blijven. In het buitenland is het dierenwelzijn veel minder goed geregeld,'' aldus CDA'er Ger Koopmans.
Ada Gerkens van de SP staat recht tegenover hem: ,,De nertsenfokkerij de wereld uit, te beginnen in Nederland''. De SP wijst erop dat in 1995 al het fokken van vossen werd verboden en in 1997 het fokken van chinchilla's. Gerkens vindt dat de Kamer niet de ogen moet sluiten voor de morele verontwaardiging in de samenleving. ,,Mooi nepbont is een prima alternatief'' voor het fokken van nertsen, vindt zij.
Tijdens het debat zijn de ogen vooral gericht op ChristenUnie en PVV, die bij een stemming de doorslag zouden kunnen geven. Ze voelen wel voor een verbod, maar PVV'er Dion Graus bleek donderdag gevoelig voor het argument dat de fokkerij zich zal verplaatsen naar het buitenland. Voor de ChristenUnie weegt zwaar dat de fokkers de afgelopen jaren onder druk van de Tweede Kamer flink geïnvesteerd hebben in dierenwelzijn. De wet voorziet in een overgangstermijn van tien jaar, maar Ernst Cramer (ChristenUnie) vreest dat de fokkerij er financieel toch bekaaid vanaf komt.