In de zomermaanden zie je 's nachts een gigantische driehoek aan de sterrenhemel. Dat is de Zomerdriehoek. Tegen middernacht is hij gemakkelijk te vinden, hoog in het zuidoosten. De sterren die de hoekpunten van de Zomerdriehoek vormen, zijn zo helder dat ze zelfs vanuit de grote stad te zien zijn.
De eerste ster is Wega, in het sterrenbeeld Lier. Wega staat laat op de avond vrijwel recht boven je hoofd. Hij heeft een opvallende blauwwitte kleur, wat wijst op een hoge oppervlaktetemperatuur. Wega staat op 26 lichtjaar afstand van de aarde. Hij straalt ongeveer veertig keer zo veel licht uit als de zon.
In 1983 is Wega uitgebreid bestudeerd door de Nederlandse infraroodkunstmaan IRAS. Die ontdekte dat de ster omgeven wordt door een platte, ronddraaiende schijf van stof. Dat doet vermoeden dat er misschien planeten om Wega heen draaien.
Linksonder Wega is de tweede ster in de Zomerdriehoek te vinden: Deneb in de Zwaan. Die lijkt ongeveer even helder als Wega, maar dat is schijn. Deneb staat op een kleine drieduizend lichtjaar afstand, en straalt minstens honderdduizend keer zo veel licht uit als de zon.
Lager aan de hemel staat Altaïr in het sterrenbeeld Arend, de derde ster in de Zomerdriehoek. Hij is gemakkelijk te herkennen omdat hij geflankeerd wordt door twee iets zwakkere sterren.
Op heldere, maanloze nachten is goed te zien dat de Melkweg dwars door de Zomerdriehoek heen loopt. Dan moet je echter wel een waarnemingsplaats buiten de bebouwde kom opzoeken. Je ziet dan ook hoe de Melkweg in het sterrenbeeld Arend in twee banen gesplitst lijkt, door donkere stofwolken.