De Vos de zondebok?
• 08-12-2006
• leestijd 5 minuten
De rol van de Vos in onze natuur is een beladen onderwerp bij discussies over de terugloop van de weidevogelstand in Nederland. Onlangs werd deze discussie nog eens aangewakkerd door de afgegeven vrijstelling van de jacht op de Vos en zeer recent werd het ook toegestaan om de Grauwe gans te bejagen. Oude tegenstellingen tussen stad en platteland, jagers en natuurbeschermers, boeren en burgers doken weer de kop op. Hoe komt het toch dat onze samenleving zo moeizaam in staat lijkt te zijn om op een rationele en menselijke manier met de dieren om ons heen samen te leven?
In de Noordwest-Europese samenlevingen wordt traditioneel redelijk zachtaardig met dieren omgegaan. Zeker in vergelijking met mediterraan Europa. Niettemin kwamen excessen binnen de bont- en bio-industrie, dierproeven, de jacht op zeehondenbaby’s en de plezierjacht pas de laatste decennia in een kwaad daglicht te staan. In politieke zin is geprobeerd om via een aantal wetten de omgang met dieren aan zekere randvoorwaarden te koppelen. Waarbij de mens haar verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren op een correcte wijze invult. Dat zulks met scherpe discussies over bijvoorbeeld de wenselijkheid van de jacht en de economische exploitatie van dieren gepaard ging, mag duidelijk zijn.
Een van de meest recente wetten is de Flora- en faunawet (FFW) die in 2002 in werking trad. Eerlijk gezegd sloeg deze wet enigszins door. Met name omdat het voorkomen van een enkel individu van een bedreigde planten- of diersoort elke ingreep of ontwikkeling in het landschap onmogelijk kon maken. In plaats van het denken vanuit een enkel individu was een benadering vanuit een hele populatie een beter uitgangspunt geweest. Het enigszins overdreven karakter van deze benadering bood een kamermeerderheid van VVD, CDA en LPF de mogelijkheid om via een groot aantal wetsaanpassingen de FFW volledig uit te kleden. Vooral ten gunste van de jacht en economische belangen.
Het voortdurend afnemen van de weidevogelstand is een terechte zorg voor Nederland. Recente regeringen reageerden daarop door het zogenaamde agrarische natuurbeheer alle ruimte te geven. Jaarlijks wordt er inmiddels zo’n 50 miljoen euro aan deze vorm van boerensteun uitgekeerd. Men kan dat zo stellen omdat het een zeer ineffectieve besteding van natuurgelden blijkt te zijn. De vergoedingen voorzien namelijk niet in de simpele noodzakelijkheden voor een succesvol weidevogelbeheer. Te weten: hogere grondwaterstanden, maaien in juli-augustus, gebruik van ruige stalmest en behoud van de bestaande grasmat. Nee, het was veel eenvoudiger om de aloude erfvijand Reintje de Vos de schuld te geven van het verdwijnen van onze lievelingsweidevogel de Grutto. Onder politieke druk werd besloten dat vanaf 1 april 2006 de Vos vrijwel altijd en overal bejaagd mag worden. Een volkomen irrationele beslissing.
Onderzoek weidevogels
Om eindelijk de rol van predatoren rond het afnemen van de weidevogelstand in een helder perspectief te plaatsen, werd daar tussen 2001 en 2005 uitgebreid onderzoek naar gedaan. Het onderzoeksresultaat ‘Predatie bij weidevogels’ werd nog vóór genoemde vrijstellingsbeslissing van de 2e Kamer gepresenteerd. Het onderzoek is uitgevoerd door SOVON, Alterra, Landschapsbeheer Nederland en gesteund door de Provinciale Landschappen, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Provincies en LNV (ISSN-1382-6271).
Op 11 maart 2006 werden de resultaten gepresenteerd. De rol van de Vos bij de afname van de weidevogelstand bleek marginaal. Maar liefst 15 verschillende roofdieren spelen een aanwijsbare rol. Zoals bijvoorbeeld Blauwe reiger, Buizerd, Hermelijn en Egel. In totaal 11 soorten vogels en 4 zoogdieren. Verder bleek dat, indien predatie door het volledig uitroeien van alle roofdieren zou kunnen worden voorkomen, de weidevogelpopulaties in vrijwel alle onderzochte gebieden nog steeds achteruit zouden gaan. Bestrijding van uitsluitend de Vos is zinloos. Overigens bleek uit het onderzoek dat elk bezoek van weidevogelbeschermers aan de nesten tot een verlies van circa 10% van de nesten leidde. Een bizar gegeven.
De enige echte reden voor het verdwijnen van de weidevogels vormt natuurlijk het sterk veranderde grondgebruik van de landbouw. Het tegengaan van de achteruitgang met lapmiddelen zoals agrarisch natuurbeheer heeft in de huidige vorm geen enkele zin. Als we de landbouw weer zouden bedrijven zoals pakweg 50 jaar geleden, zou behoud van de Grutto geen enkel probleem zijn. De weidevogelpopulatie is veel meer gebaat bij investeringen in de biotoop dan in een symptoombestrijding.
De beer is los
Met de gevolgen van het gewijzigde overheidsbeleid wordt de natuurbescherming inmiddels dagelijks geconfronteerd. Met als trieste climax de vondst van een geklemde Vos in ons eigen terrein in september jongstleden. Maar de Vos is niet als enige de klos. Ook neemt overal in Nederland de roofvogelvervolging toe. Bewijzen daarvoor zijn bij alle grote natuurbeschermingsorganisaties voorhanden. Volgens de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) zijn er inmiddels 7 soorten roofvogels die door de vervolging achteruitgaan in aantallen. Die inmiddels grootschaliger, grover en meer georganiseerd plaatsvindt dan ooit (Takkeling 14, 2006). Afschot, gebruik van landbouwgif, vangkooien en lichtbakken en eierroof vinden allemaal plaats.
In Drenthe worden we geconfronteerd met een ander opvallend verschijnsel. Sinds 2002 is de Roek sterk achteruit gegaan (WAD, juni 2006). Waar deze vogel zich eerder prima had hersteld van de enorme achteruitgang in de zestiger jaren, luidde de FFW het einde van de beschermde status in. Sinds 2002 staat de Roek op de vrijstellingslijst van de Provincie Drenthe. Ze mogen bij schade geschoten worden en de kolonies mogen verstoord worden. De afgelopen 5 jaar is het aantal nesten met ruim 22% afgenomen. Vrijwel zeker als gevolg van de toegenomen vervolging. De uitkleding van de FFW in combinatie met het verdwijnen van het toezicht in het buitengebied en de vrijstellingsregeling voor bejaging, hebben hieraan bijgedragen.
Gezond verstand
Wat het meest verbijstert, is het ontbreken van ons gezonde verstand bij dit alles. We wijzen tegen elke ratio de Vos als zondebok aan. We verspijkeren bakken met geld aan een ineffectief en succesloos weidevogelbeheer. Geld dat weggehaald wordt bij de verwerving en de inrichting van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) door de erkende terreinbeheerders. Een besteding die door het Milieu- en Natuurplanbureau als een van de weinige succesvolle maatregelen bij het behoud van biodiversiteit wordt gezien (Natuurbalans 2006). Des te opvallender omdat de Algemene Rekenkamer recent nog onderstreepte dat de realisering van de EHS inefficiënt en gebrekkig door Rijk en provincies wordt uitgevoerd.
Zoals in onze sector inmiddels gebruikelijk, worden door de landelijke politiek de aangegeven problemen gebagatelliseerd en worden steekhoudende argumenten ongemotiveerd van tafel geveegd. Ook de Grauwe gans is recent zonder overleg door de minister van LNV op de vrijstellingslijst geplaatst. Vanwege de zogenaamde grote schade voor de landbouw. Het is cynisch te moeten vaststellen dat de enige predator die de ontwikkeling van de ganzenpopulatie nog enigszins in toom kan houden, de Vos is. Waar is ons gezond verstand gebleven? Het blijft verbazen dat het omgaan met de dieren om ons heen niet meer door de ratio wordt beheerst. Het is aan de natuurbescherming en haar bondgenoten om bij de huidige ten aanzien van het belang van natuur en milieu ijzig onverschillige politiek voor betere oplossingen dan de huidige te pleiten.
Bron: Drs. E.W.G. van der Bilt, directeur van Stichting Het Drentse Landschap.