De braam is zo’n plant die zo gewoon is dat hij de meeste mensen niet opvalt. Toch loont het de moeite er even bij stil te staan, een gratis verantwoorde frisse snack langs de kant van de weg. In de eerste weken van oktober vindt u misschien nog net de laatste bramen voor in de jam. Maar niet alleen mensen profiteren van de braam.
Bramen groeien op voedselrijke, bij voorkeur zonnige plaatsen. Denk dan vooral langs wegen en paden, aan de zoom van weides en in uiterwaarden langs de rivieren. Maar ook in stedelijk gebied in parken en op braakliggende terreinen. Eigenlijk is er altijd wel een braamstruik in de buurt. “De braam” is in Nederland eigenlijk een verzamelnaam voor zo’n 400 ondersoorten waarvan de meeste alleen door experts uit elkaar zijn te houden. Het eenvoudigste verschil dat de hongerige bramenplukker zal opvallen, is het al dan niet aanwezig zijn van doorns. Deze zorgen vaak dat net die ene joekel boven in de struik niet zonder kleerscheuren bereikt kan worden.
Doordat er zoveel verschillende ondersoorten van de braam zijn, is de periode van bloei en vruchtrijping behoorlijk lang, van juli tot in oktober. Ook afgelopen weekeinde werden nog bloeiende bramen waargenomen. Hoewel van de meeste struiken geen lekkere bramen meer te plukken zijn, zijn er her en der toch nog struiken met mooie rijpe bramen te vinden. In het zonnige weer van de afgelopen dagen krijgen ze nog de kans om de lekkere kenmerkende zoete bramensmaak te ontwikkelen.
Niet alleen voor mensen is de braamstruik in trek, de bloemen bieden nectar en stuifmeel voor zweefvliegen, kevers, bijen en hommels. In en op de bladeren en stengels leven roesten (een soort schimmels), diverse kever- en vlindersoorten, mineerwespen, galwespen en vele andere wespensoorten. Op sommige plaatsen in Nederland kan men op de braam zelfs een boomkikkertje aantreffen. De vrucht is voor de mens een lekker hapje vol vitamine C en is erg geschikt voor het maken van jam of wijn. We moeten dan wel concurreren met veel vogelsoorten, vliegen, wespen en diverse zoogdieren zoals muizen en de vos.
Deze laatste zorgt dat het eten van bramen niet geheel zonder risico is: de blaasworm (ook wel vossenlintworm of kleine lintworm) kan via de urine van de vos op de bramen belanden en na inname door de mens gezondheidsproblemen veroorzaken. Daarnaast is een door de botritis schimmel aangetaste braam een muffe hap, waarvan je wegens door de schimmel geproduceerde gifstoffen beter niet te veel binnen kunt krijgen. Ook kunnen de kleine larfjes van de frambozenvlinder soms voor een onverwachte eiwittoevoeging van de braam (en ook de famboos) zorgen. Dus pluk ze niet van te lage struiken, en was ze in ieder geval even. Door te koken is er geen gezondheidsrisico, enkel kans op pitjes tussen het gebit.
Dus nog even snel plukken voor tussendoor, in de yoghurt, voor in de jam of voor eigengemaakte wijn. Of laten hangen voor de vogels, de schimmels of de insecten, want de braam is er voor iedereen!
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender
Foto’s: Wout van de Slikke, FLORON; Rasbak, GNU licentie