Wie kent ze niet, die bruine hopen aarde in het pasgemaaide grasveld. De ene week ligt het gazon er nog strak bij, de andere week is het omgetoverd in een heuvelachtig landschap. Maar waar zijn die mollen die dit veroorzaken?
Mollen (
Talpa europaea
) zijn kleine, vaak zwarte zoogdieren met enorme voorpoten. Deze poten bestaan uit vijf vingers met puntige nagels en worden gebruikt om ondergrondse gangen te graven. De grond die bij het graven loskomt, wordt gedeeltelijk gebruikt om de wanden van de gangen te verstevigen. De overtollige grond wordt naar buiten gewerkt: zie daar, de molshoop. Meestal monden in deze molshopen de gangen van het gangenstelsel uit.
Mollen gebruiken de gangen voor het verzamelen van nestmateriaal en voor het vinden van voedsel. Over het algemeen eet de mol elk klein dier dat hij onder de grond tegenkomt. Dit kan variëren van insecten tot regenwormen en af en toe een kikker als tussendoortje. In de winter legt het dier een voedselvoorraad aan. Dit bestaat voornamelijk uit regenwormen, waarvan de kop is afgebeten. Een mollentruc om de worm te verlammen.
In het ondergrondse leven is weinig licht te bekennen. Mollen hebben daarom kleine, slecht ontwikkelde ogen, maar zijn, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, niet blind. Het belangrijkste zintuig, waar de mol mee ‘ziet’ is zijn spitse, roze snuit die gevoelige snorharen en tastzenuwen bevat. Daarnaast heeft het dier goed ontwikkelde oren. Mollen communiceren met elkaar door middel van geluiden en geuren.
Ook de vacht van de mol is aangepast aan het leven onder de grond. De haren van de meeste zoogdieren zijn in één bepaalde richting geplaatst. De mol heeft speciale kantelharen. De haren kantelen met de graafrichting van de mol mee. Het dier kan dus even goed voor- als achteruit bewegen en blijven zo niet steken aan de gangwanden.
Ondanks de grootse bouwwerken die in een gazon te zien zijn, wordt dit vaak veroorzaakt door slechts één mol. De dieren leven namelijk solitair. Alleen in de paartijd zijn twee mollen dicht bij elkaar te vinden, namelijk een mannetje en een vrouwtje. In het begin van de paartijd verlaten mannetjes hun territorium en gaan op zoek naar een vrouwtje. Als ze hun partner gevonden hebben, blijven ze bij elkaar tot de paartijd is afgelopen.
In het bijgeloof speelde mollen vroeger een belangrijke rol. Mollenpoten werden vaak meegedragen omdat men dacht dat dit gelukt zou brengen. Ook kinderen van wie de tanden aan het doorbreken waren, kregen een graafpoot mee. Mensen zagen namelijk een verband tussen de nagels en de tanden van een kind.
Voor als u meer wilt lezen over de mol:
Auteur: Roeland Vranckx
Titel: Mollen
ISBN: 978 90 5210 7370
Uitgever: Tirion Uitgevers BV, Baarn