Uitgeverij Atlas Contact is bezig een mooie serie vogelmonografiën op te bouwen. Na bijvoorbeeld
De Gierzwaluw
van Remco Daalder, die enkele jaren terug de Jan Wolkersprijs won,
De Rotgans
van Bart Ebbinge, en drie weken terug nog
De Spreeuw
van Koos Dijksterhuis, verscheen deze week
De Huismus.
Voor dat boek tekenden Nederlands enige ‘doctor in de huismussen’, Kees Heij en zijn oude ‘jeugdbond-vriend’ Jacques Vos.
Met de huismus gaat het sinds enkele decennia bar slecht. Hun aantal is ruimschoots gehalveerd, van één tot twee miljoen broedparen rond 1990 tot minder dan een miljoen nu. De teruggang lijkt nu enigszins gestopt, maar dat is waarschijnlijk meer geluk dan wijsheid. Want wat de oorzaken zijn van de teruggang, daarover wordt tot op de dag van vandaag nog gediscussieerd.
Naast gebrek aan insecten – met name in de broedtijd – en gebrek aan nestgelegenheid in onze steeds beter geïsoleerde huizen, denkt Heij dat er nog een andere oorzaak in het spel kan zijn. Het patroon van teruggang en stabilisatie zou volgens hem kunnen duiden op een virusziekte. ‘De achteruitgang volgt namelijk eenzelfde patroon als de ineenstorting van het aantal konijnen sinds het verschijnen van de virusziekte myxomatose’, aldus Heij in onze reportage. ‘Maar omdat het heel lastig is gebleken om verse huismussen te vinden die een natuurlijke dood zijn gestorven, heb ik die theorie nooit kunnen staven.’
Verdere informatie over de huismus staat op de sites van
SOVON
Vogelonderzoek Nederland en de
Vogelbescherming
.