Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

De honingbij

  •  
20-04-2007
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
621 keer bekeken
  •  
vv_newsimg_270067.jpg
Je zult maar als mannetjesbij, als dar, ter wereld komen. Eén voordeel heb je: je mag misschien de koningin bevruchten, maar daarna is het afgelopen. Het begint al met een leven tussen de steriele werksters waar geen greintje seksappeal van uit gaat. Als de darren dan ook lucht krijgen van een nieuwe vruchtbare koningin zijn ze niet te houden. Ze achtervolgen haar met het vooruitzicht op een koninklijk nummertje in de lucht. De snelste en sterkste dar wint de achtervolging en hij mag met de koningin paren. Dit moet hij wel met de dood bekopen. Op het hoogtepunt van hun vrijpartij wordt het zaad met zo’n kracht in hare majesteit gespoten dat de dar wordt weggeschoten. Een stukje van z’n piemel blijft in de koningin achter. De dar is dood, leve zijn nakomelingen.
Darren die overleven omdat ze niet aan paren zijn toegekomen ontspringen de dans niet. Hun rol is uitgespeeld want de bevruchte koningin die terugkeert op het nest zal het volgend jaar weer voor nieuwe darren zorgen. Op een kwade dag ontstaat er onrust in de bijenstaat. Alsof de werksters het hebben afgesproken storten, ze zich collectief op de darren. De dieren worden letterlijk verscheurd en buiten de deur gezet. Geen dar die de darrenslacht overleeft. Seks tot de dood er op volgt komt vaker voor in de natuur. Mannen zijn er om te paren en nakomelingen te verwekken, en daarna kunnen ze doodvallen – letterlijk. Waarom zouden ze immers blijven leven? Het kost alleen maar extra voedsel en tegen de tijd dat er weer bevrucht moet worden zijn er verse darren. Bijenkoninginnen leggen namelijk twee soorten eitjes: bevruchte eitjes en onbevruchte eitjes. Uit de bevruchte eitjes komen de vrouwtjesbijen, de werksters. Pas later in het seizoen zijn de onbevruchte eitjes aan de beurt waar de darren uit komen. Zij moeten niet te vroeg geboren worden want ze zijn er om te bevruchten en niet om te eten.
De werksters hebben een hele carrière voor de boeg. Ze beginnen als hulp in de huishouding, promoveren tot voedster van de jonge bijen en als ze dat goed doen mogen ze ook de larven gaan verzorgen die in de cellen zitten. Na een dag of twaalf hebben zich aan hun lijf wasklieren ontwikkeld waarmee ze in staat zijn cellen te bouwen waar de larven in worden gehuisvest. Vervolgens krijgen ze een angel en zijn ze klaar voor een volgende klus: het bewaken van het nest. Ongewenst bezoek wordt de deur gewezen. Tenslotte mag de werkster ook stuifmeel en nectar gaan verzamelen. Werksters worden behoorlijk uitgebuit. Een beetje koningin legt wel vijftienhonderd eieren per dag en die moeten allemaal door de werksters worden verzorgd en gevoed, dus ga er maar aan staan. Na een week of vier zijn ze versleten en gaan dood.
Geur is een belangrijk communicatiemiddel voor de honingbij. Daarnaast voeren de dieren ook dansen uit om elkaar berichten over te brengen. Bijvoorbeeld om te vertellen waar lekker eten te halen is, want ook het bijenleven draait om eten en seks. Het is voor een bijenvolk van het grootste belang om te weten waar stuifmeel en nectar zijn. Hiervoor worden alleen oudere, ervaren werksters ingezet. Zij gaan op zoek naar de beste plekken. De andere werksters blijven thuis, in afwachting van nadere berichten. Als een werkster een interessante voedselbron heeft ontdekt, vliegt ze terug en begint te vertellen: ze danst eerst naar links en naar rechts in een cirkel. Na ongeveer drie minuten heeft ze verteld dat er op een zekere afstand van de kast eten te halen is. Aan het stuifmeel op haar vacht kunnen de andere bijen afleiden om welke bloemen het gaat. Staan de bloemen verder weg dan wordt er een andere choreografie toegepast. De werkster voert een dans uit in de vorm van een acht. Deze dans luistert naar de mooie naam kwispeldans, omdat de ballerinabij al dansend met haar achterlijf heen en weer beweegt.
Honingbijen zijn sociale insecten die in gemeenschappen leven met strenge regels en strakke structuren. Hoewel de bijen meestal in kasten wonen, komen er ook nog kolonies wilde bijen voor die in boomholtes gehuisvest zijn. In een bijenkolonie leven zo’n vijftigduizend werksters en een paar honderd darren met aan het hoofd de koningin. Deze bijenkolonies overleven de seizoenen, in tegenstelling tot hommels en wespen die ieder jaar weer opnieuw moeten beginnen. Het bijenvolk verjongt want de koningin maakt op een goed moment plaats voor een nieuwe generatie. Zij vertrekt uit het nest met de werksters in haar kielzog. “De bijen zwermen”, wordt er gezegd. De werksters en darren die achterblijven worden onrustig, want zonder koningin is de bijenstaat stuurloos. Zij leidt haar volk namelijk met straffe geur, want het zijn haar geursignalen die het gedrag van de werksters bepalen. Koningin dood, geur weg en dat is voor de werksters het teken om meteen aan de slag te gaan met het opfokken van een nieuwe koningin. Dat doen ze door de larven speciaal eten te geven. Het gangbare menu dat darren en werksters oplevert, bestaat uit nectar, stuifmeel en koninginnemelk. Die koninginnemelk wordt door de werksters geproduceerd. Moet er een nieuwe koningin komen dan wordt de larf uitsluitend gevoed met koninginnemelk. Als de koningin uiteindelijk uit haar pop kruipt begint ze aan haar bruidsvlucht waarmee het voorbestaan van de bijenstaat is gegarandeerd. La reine est morte, vive la reine.
Uit: Hoe dieren het doen, Carla van Lingen
(c) Uitgeverij Fontaine
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.