Onder de noemer “Dood doet leven” realiseren de
Stichting Ark
en
Staatsbosbeheer
een project waarmee zij natuurrecreanten vertrouwd willen maken met de aanwezigheid van dode dieren in de natuur en de waardevolle functie die zij daarin spelen.
Want immers: dood doet leven.
Mensen deinzen vaak achteruit als ze dode kadavers zien liggen die aan het vergaan zijn en waar allerlei beesten op en aan zitten. Want het is altijd zo geweest dat, volgens de wet, dode dieren, en dan dode Landbouwdieren zoals varken, rund en paard zo snel mogelijk opgeruimd moeten worden. Dus die kadavers zie je in principe niet liggen in de natuur.
Kadavers van wild zoals zwijnen, reeën en herten zijn zeer zeldzaam geworden vanwege het bijvoederen en de afschot, maar nu wil men dus gestorven dieren, door aanrijding verkeer of door ziektes of leeftijd gestorven, laten liggen en aan de natuur teruggeven.
Soms bellen mensen de politie als ze een dood beest zien liggen en zeker als het een groot kadaver is, maar men wil nu als nieuw project laten zien wat de belangrijke functie is als men een kadaver laat liggen. Hoe belangrijk het is voor andere dieren.
Naast mieren, vliegen en andere insecten is het bijvoorbeeld voor kraaien belangrijk, want kraaien halen daar de voor hun broodnodige eiwitten uit.
De Ark en Staatsbosbeheer hebben daartoe in natuurgebied de Groenlanden bij Nijmegen, in de Ooijpolder een kadaverplek ingericht. Aangereden reeën die niet geschikt zijn voor de poelier worden hier als voedsel voor kadavereters neergelegd. Niet anoniem maar onder het infrarode oog van een camera zodat iedereen via internet kan meekijken.
De apparatuur filmt het recyclingsproces dag en nacht. Een selectie van beelden is op de website
Dood doet Leven
te zien.