In de winter houden de boswachters zich onder meer bezig met het checken van de conditie van de dieren in de Oostvaardersplassen. Boswachter Jan Griekspoor en dierenarts Henk Luten maken hun eerste ronde van het seizoen. In het hele gebied peilen ze de algehele staat van de dieren.
De Oostvaardersplassen zijn het grootste moerasgebied van Nederland. De weidsheid is ongekend en de natuur heeft er vrij spel. Ontelbare vogels hebben bezit genomen van het gebied. Vooral in de winter is dat een spectaculair gezicht. De natuur is er nog jong. Toch is het nu al een natuurgebied van internationale allure. De bomen, struiken en bossen zitten vol vogels, zoogdieren en insecten. Grauwe ganzen grazen in het moeras. En de honderden Heckrunderen, konikpaarden en edelherten geven het gebied een haast on-Nederlandse aanblik.
De Oostvaardersplassen zijn beroemd om de vele vogels. Moerasvogels als reiger, roerdomp en karekiet leven er. Maar ook ganzen, lepelaars en aalscholvers voelen zich er prima thuis. Zelfs de zeearend wordt regelmatig gesignaleerd en broedt er sinds 2005. Niet vreemd dat vogelliefhebbers uit de hele wereld op bezoek komen. De dijken rond het gebied zijn echte ‘vogelboulevards’. In de winter is het ruige landschap indrukwekkend kaal en stil, maar in de lente is het er een drukte van belang. Dan zijn tienduizenden grauwe ganzen in de in de rui. Enkele honderden blijven om te broeden. In september begint de bronsttijd van de edelherten. Wekenlang galmt het burlen van de mannetjes over de vlakte.
Om de rust van de vogels niet te verstoren, is een groot deel van de Oostvaardersplassen afgesloten voor publiek. Het vrij toegankelijke deel is een soort Oostvaardersplassen in het klein. Met een oerbos, waterpartijen, rietkragen en grote grazers. Het Praamwegviaduct biedt een prachtig uitzicht. De vogels zijn vooral van april tot en met juli te zien.