Burchten gaan soms generaties lang mee en worden continu uitgebreid. Sommige burchten zijn zelfs al enkele honderden jaren in gebruik. Ze worden over het algemeen gegraven in struiken, heggen en houtwallen. De gangen zijn zo'n tien tot twintig meter lang en hebben een diameter van minstens twintig centimeter. Buiten de burcht liggen vaste latrines: ondiepe, onbedekte putten waar de uitwerpselen worden achtergelaten. Deze latrines liggen meestal aan de territoriumgrenzen en markeren zo het territorium.