Dalende rivierbodem bedreigt moerasnatuur
• 27-06-2008
• leestijd 3 minuten
De rivierbodem is op sommige plekken in de Gelderse Poort zo ver uitgediept dat de moerasnatuur daar sterk achteruitgaat. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort. Zonder maatregelen zal de voortschrijdende erosie van de rivierbodem lijden tot een blijvend sterke verdroging van de uiterwaarden. Herstel van de moerassige natuurwaarden zal een lastige klus zijn, stelt de stichting.
Sinds de start van de natuurontwikkeling in de Gelderse Poort aan het begin van de jaren negentig is de natuur in de uiterwaarden zowel kwalitatief als kwantitatief vooruitgegaan, concluderen de betrokken onderzoekers in het rapport 'Beschermde habitats In het Natura 2000-gebied Gelderse Poort'.
De grootschalige omzetting van landbouwgronden en het toelaten van de rivierdynamiek heeft geleid tot een gevarieerd en dynamisch natuurgebied, met veel natuurlijke overgangen tussen habitats. ‘Het gebied is volop in beweging, en de ontwikkelingen lijken voor veel habitattypen positief te verlopen’, stelt het rapport. De grootschalige omzetting van landbouwgronden en het toelaten van de rivierdynamiek heeft geleid tot een gevarieerd en dynamisch natuurgebied, met veel natuurlijke overgangen tussen habitats. ‘Het gebied is volop in beweging, en de ontwikkelingen lijken voor veel habitattypen positief te verlopen’, stelt het rapport.
Maar niet voor allemaal. De rivierbodem is in de afgelopen eeuw circa twee meter lager komen te liggen als gevolg van erosie. De oorzaak daarvan is dat het water de afgelopen eeuw in een vast stramien is gelegd en niet meer mocht overstromen. In plaats van kades te eroderen en andere natuurlijk processen die plaatsvinden als het water de vrije loop heeft, moet het water binnen de grenzen blijven, met erosie van de bodem tot gevolg.
Bij ongewijzigd beleid zal de rivierbodem in de komende tachtig jaar nog een meter lager komen te liggen. ‘Als dit proces doorzet in de komende decennia ziet het er slecht uit voor de moerasgebieden in de Gelderse Poort’, stelt de Flora- en Faunawerkgroep.
Op sommige plaatsen, waar het rivierpeil niet hoog genoeg meer is om voor een overstroming te zorgen, is de toevoer van voedselrijk rivierwater daardoor al geruime tijd uitgebleven. Bovendien is door het zakkende waterniveau van de rivier de drainerende werking op uiterwaardplassen en binnendijks gelegen wateren in de afgelopen decennia steeds groter geworden.
Door deze verandering gaat het huidige habitattype moeras snel achteruit. Hoewel het areaal nog groot is, is de soortensamenstelling kwalitatief laag. De watervegetaties zijn in het overgrote deel matig tot slecht ontwikkeld. Alleen de minst kritische waterplanten zijn nog aanwezig. Indicatoren voor kwel en helder, matig voedselrijk water, bijvoorbeeld de Waterviolier, zijn nog maar slecht vertegenwoordigd in de Gelderse Poort.
Een verbetering van de moerasgebieden zou gunstig zijn voor verschillende Habitatrichtlijnsoorten, zoals de grote modderkruiper, de bittervoorn en de kamsalamander. Maar voor behoud en ontwikkeling van dit habitattype zijn grote inspanningen nodig. Gezien het grote belang van de Waal en de Rijn voor de scheepvaart en andere economische activiteiten, achten de onderzoekers de kans echter groot dat de ontwikkelingen onomkeerbaar zijn. Dit maakt ‘het vrijwel onmogelijk om wateren met krabbenscheer en fonteinkruiden duurzaam te ontwikkelen’, waarschuwt de Flora- en Faunawerkgroep.