Dag 36: over eten en gewoontes
• 10-11-2010
• leestijd 3 minuten
Toen ik 36 dagen geleden aan dit eet-avontuur begon, had ik geen idee wat me te wachten stond. Of het überhaupt mogelijk was: 40 dagen duurzaam eten. En of ik dan nog plezier zou beleven aan mijn dagelijkse kost. Dat is me 100% meegevallen. Ook al leg je jezelf beperkingen van enige aard op, dan nog groeit er voldoende voedzaams en lekkers om je buikje meer dan rond te eten. Hoewel ik mijn ‘eindconclusies’ nog een klein beetje opspaar, wil ik al wel een paar noties met jullie delen. Ten eerste kan ik iedereen zo’n bezinningsperiode op eten aanraden. Hoewel mijn leven verre van rustig was, heb ik geleerd over mijn eten na te denken. Dat alleen al, dat je niet alles klakkeloos in je supermarktkarretje smijt, is winst. Vooral de maaltijden thuis, met groenten van de stadsboerderij en uit het seizoen vond ik afgelopen weken buitengewoon smakelijk.
Dit eten heeft, omdat het zo herkenbaar is, een ongelofelijke waarde voor mij gekregen. Dat ervaar ik echt als een geschenk en ik had gisteren – misschien omdat mijn ouders ook aan tafel zaten – ineens de neiging er voor te gaan bidden. Eten waar een verhaal achter zit proeft ook gewoon beter. Zo geniet ik nog elke dag van de kweeperengelei die ik kocht op de Underground Boerenmarkt, omdat ik zo heb gelachen met dat meisje dat het me verkocht. Eten dat je waardeert, daar prop je jezelf niet mee vol, is mijn ervaring. Ik taal ineens een heel stuk minder naar chips en snacks. Hoewel ik jullie gelijk maar beken dat sinds Albert Heijn chocoladeletters verkoopt die fair trade én biologisch zijn, ik me daar wel aan bezondig.
Wat mij brengt bij de zaken die ik lastig vond. Sinds ik de rode grapefruits liet staan omdat ze slecht scoren op de groente- en fruitkalender van Milieucentraal, snak ik naar citrusvruchten. Vooral bij het ontbijt. Gelukkig zijn er sinds kort sinaasappels uit Italië te koop die het qua milieubelasting niet onaardig doen en die ik dus gelijk heb ingeslagen. Ook vind ik het heel erg ingewikkeld me te onttrekken aan de sociale norm. Ik nam regelmatig eigen zakjes thee mee, maar dat is echt vervelend. Toen vorige week na een fantastisch concert de kurk van de champagne ging in het koor waarin ik zong, heb ik dan ook gewoon mee gedronken. Dit samen vieren vond ik waardevoller dan dat ik me strikt aan mijn normen zou houden.
Het zou me niet gelukt zijn als ik mijn eetgewoonten radicaal had moeten omgooien. Daarvoor is het wereldvoedselvraagstuk of het klimaatprobleem dan net niet tastbaar genoeg als je in de winkel staat. Ik ben ook niet zo hoopvol over het gegeven dat meer informatie over voedsel alleen, mensen zal bewegen tot ander gedrag. Ten eerste moet de consumenteninformatie heel helder zijn en het gewenste gedrag ook. Ik lees nu eenmaal niet alle informatie op pakjes, en ga doorgaans ook niet thuis nazoeken hoe het in elkaar steekt om vervolgens een rationele afweging te maken. Ik wil een soort van basisgevoel hebben van ‘goed’ en ‘fout’ en dan in de winkel snel mijn keuze kunnen maken. En ook nog het gevoel hebben dat wat ik doe, past binnen een sociaal geaccepteerde norm. Als ik me bij alles wat ik eet zou moeten afzonderen van mijn omgeving, was ik binnen een week gestopt. Wat dat betreft ben ik alleen maar meer een aanhanger geworden van het nudgen: consumenten een duwtje in de goede richting geven. Fijn dat op 11 november aanstaande, de Dag van de Duurzaamheid, het platform Nudge dan ook eindelijk van start gaat. Maar ook fijn dat er kritische consumenten en NGO’s zijn die wel doorvragen en actie voeren.