Dag 28: mindful eten
• 02-11-2010
• leestijd 3 minuten
Via twitter kreeg ik de vraag of ik me al fitter voel, na zoveel dagen duurzaam eten. Het antwoord is eigenlijk ja. Is een beetje vreemd om toe te geven en ook nooit de opzet geweest, maar een leuke bijkomstigheid. Mensen zeggen ook steeds dat ik er zo goed uitzie. En dat is gek, want ik leid een vermoeiend leven deze 40 dagen met veel avonden weg, afspraken overal in Nederland en in het buitenland, elke dag een blog. Het kan aan twee dingen liggen. Ten eerste aan dat ik zoveel leuke mensen ontmoet die allemaal gepassioneerd bezig zijn met duurzaam eten. Ik wist gewoon niet dat er zoveel enthousiasme onder de oppervlakte zit aan producenten die lekker eten produceren, maar ook aan mensen die er over nadenken, erover schrijven, die proberen dit mooie eten onder de aandacht van een groot publiek te brengen. Maar ten tweede ligt het ook zeker aan het eten zelf.
Een klein sprongetje in de tijd. Als kind was ik al wat mijn vader noemde ‘stevendig’. Sinds ik als baby wegens geboorte met een klompvoet (die staat haaks op je been) van de moederborst werd weggerukt en naar het ziekenhuis moest, heb ik een gezonde trek in eten. Oftewel ik eet graag en vaak. Tot nu toe was ik heel erg een gelegenheidseter. Ik at wat mij voor de mond kwam. Kwam ik op een station dan had ik acuut trek in een kitkat of een lekker broodje. Kwam ik langs een banketbakker in het najaar dan had ik onmiddellijk trek in marsepein en pepernoten. Kwam ik op een receptie of feestje dan at ik alle hapjes die daar geserveerd worden. Kwam ik bij vrienden die veel wijn drinken dan dronk ik ook meer wijn dan ik zelf zou doen. Gelukkig ben ik er nooit echt moddervet van geworden, maar ik zou best weer eens tien kilo willen afvallen.
Ik heb de nodige afslankpogingen achter de rug. Ik geloof er niet meer in omdat het nooit een blijvend resultaat geeft en omdat het pijnigen van jezelf mij bij voorbaat al chagrijnig maakt. Misschien geeft ‘duurzaam eten’ op de lange duur uitkomst. Het scheelt al enorm dat ik me niet bij voorbaat van alles hoeft te ontzeggen. Ik mag alles eten van mezelf zolang het maar voldoet aan de criteria die ik heb opgesteld. Het gaat er vooral om dat ik nadenk over wat ik eet, gezonde en eerlijke spullen in huis haal en geniet van wat ik eet. Dan heb ik in ieder geval van minder eten meer plezier. En de afgelopen weken heb ik van sommig eten bij mij thuis meer genoten dan ooit eerder in mijn leven. Sommige mensen hebben er een term voor: mindful eten. Dat komt er kort gezegd op neer dat je stilstaat bij wat je eet en dat met grote aandacht doet. Bijna meditatief. Van een collega die veel was afgevallen kreeg ik tips als: “Nooit uit de verpakking eten. Altijd zittend eten zonder afleiding.” Ik voel er wel wat voor, dat mindful eten. Eten met aandacht, daar kan de wereld alleen maar beter van worden. Als je echt zorg aan je eten besteedt, is het bij voorbaat al een beetje duurzaam. Voedsel-goeroe Michael Pollan gaf elf adviezen voor beter eten, die ik geloof ik ook maar eens op mijn koelkast ga plakken:
• Eet echt (onbewerkt) eten
• Een niets dat je overgrootmoeder niet zou herkennen als eten
• Vermijd producten met ingrediënten die onuitsprekelijke namen hebben
• Mijd de supermarkt
• Eet vooral groente
• Eet duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel
• Betaal meer, eet minder
• Eet aan tafel, samen met anderen
• Eet langzaam
• Kook zelf
• Begin een moestuin
Op die laatste na (ik kom niet veel verder dan een fruitboom en een bakje kruiden) denk ik dat dat ik daar een heleboel van in de praktijk wil brengen. Het langzaam eten verdient nog enige aandacht en altijd aan tafel eten ook. Maar met enige oefening moet ook dat te doen zijn!