Dag 14: over ogen en de maag
• 20-10-2010
• leestijd 3 minuten
Het was laatst Wereldvoedseldag. Omdat het thema ‘voedselverspilling’ was (met uiteraard de boodschap dat we dat niet moeten doen) had ik mij aanvankelijk voorgenomen om voor dit blog op zoek te gaan naar een varken dat vlees produceert van afval, van menselijke etensresten. Een soort buurtvarken. Ik ken er zo een, maar die houden jullie nog tegoed. In plaats daarvan was ik van plan zo veel mogelijk eten te gaan maken van voedsel dat ‘over’ was. Restjes uit de koelkast, eten uit de vrije natuur, dat werk. Maar ook daar slaagde ik nauwelijks in. Ik had de dag ervoor namelijk al de restjes uit de koelkast opgegeten en was dus niet iets nieuws gaan maken met de geschubde inktzwammen die ik met Lizet Kruyff had geplukt. Waardoor ik die met veel pijn in mijn hart gisterochtend toch moest weggooien. En zo leek het alsof ik constant maar in een vicieuze cirkel terecht kwam.
Ik wil echt bewust met dingen omgaan. Maar dan kook ik een hele bloemkool voor twee personen en dat is gewoon te veel. Of ik blijk helemaal niet zoveel thuis te eten als ik dacht en dan is aan het eind van de week toch de melk geschift. Veel van wat er in mijn leven op dat vlak mis gaat heeft te maken met niet slim genoeg inkopen doen. Of een volstrekte overschatting van wat je met zijn tweeën opeet in een week. Of gewoon lust. Het eten ziet er prachtig uit en dat willen we gewoon hebben. Moeten ze bij ons op de stadsboerderij maar niet van die schitterende snijbieten en felle kleuren geel, oranje en paars hebben liggen. Of pompoenen in de meest fantasierijke soorten. En dan zijn dit nog allemaal relatief onschuldige zonden. Het voedsel komt van dichtbij en is op de volle grond geteeld, dus met relatief weinig energie tot stand gekomen. Bovendien komt het in de groenbak terecht en mogen wij elk jaar bij de afvalverwerking in Culemborg compost komen ophalen.
Snot
Lastiger wordt het als je voedsel dat verwerkt, bereid, verpakt en vervoerd is om door jou opgegeten te worden, ook gaat weggooien. Dan gaan er een heleboel kostbare grondstoffen verloren. Toch slaag ik er in deze veertig dagen niet in dit 100% te voorkomen. Het gaat echt veel beter dan voorheen, maar 'helemaal geen eten weggooien' lukt me niet. Ik leef, ik plan, de plannen veranderen weer en dan kan het gebeuren dat er kostbaar voedsel in mijn koelkast ligt te verschimmelen. Ik ben heus niet van het soort dat eten meteen na het verstrijken van de uiterste houdbaarheidsdatum weggooit. En ik knijp pakken yoghurt tot op de bodem uit. Maar vruchtensap waar de beschimmelde klodders in zitten ga ik toch niet meer drinken. En sla die tot snot is geworden ook niet. (Sorry voor deze wat plastische taal). Bovendien, ik kan proberen dit in mijn eigen huishouden zo veel mogelijk op orde te hebben, ik heb er geen enkel zicht op wat ze in restaurants doen waar ik gegeten heb aan het einde van de dag. Zo was ik onlangs bij de bijeenkomst Smakelijk Duurzaam waar ik dacht dat er heel zorgvuldig met het eten was omgegaan, terwijl later bleek dat er ontzettend veel van dat zorgvuldig bereide voedsel is weggegooid. Lees hier het stukje dat een moedige serveerster erover in NRC publiceerde.
Misschien heb ik een coach nodig. Iemand die mij helpt in mijn drukke bestaan met beleid in te kopen. Die altijd over mijn schouder meekijkt of mijn oog niet groter is dan mijn maag en fluistert ”de helft is ook genoeg…”. Milieucentraal en het Voedingscentrum zijn zo’n soort van coaching gestart. Met de campagne ‘Eten is om op te eten’ willen zij mensen bewust maken van hun eet- , koop- en kookgedrag. Ik lees op de site niets wat ik niet al weet. Maar als ik de test doe, word ik na de uitslag toch vermanend toegesproken dat het met mijn gedrag nog een heel stuk beter kan. Gisteravond hebben we uiteindelijk pragmatisch gekookt. Groenten van de stadsboerderij, wat makreel vooraf, en stoofperen met vanillevla toe. De druiven die over hun hoogtepunt heen waren hebben we grotendeels geoogst en tot siroop gekookt.
Ik zal jullie op de hoogte houden van mijn vorderingen.
Leermomenten van de dag:
het lijkt er steeds meer op dat duurzaam kunnen leven vooral een kwestie is van tijd. Van plannen, orde, rust en regelmaat. En dat is nu precies waar het in mijn leven regelmatig aan ontbreekt.