Comeback van de Amsterdamse huismus

Nadat het jarenlang slecht ging met de huismus in Amsterdam, is er nu gelukkig goed nieuws te melden. De afgelopen tien jaar is het aantal broedparen in de stad verdubbeld van 3400 broedparen naar 6500 in 2016. 

Om de mussen te inventariseren werden alle straten van Amsterdam af gefietst door stagiaires van de Hogeschool Almere. Zij noteerden alle tjilpende mannetjesmussen en brachten hierdoor de gehele Amsterdamse populatie in kaart. (Klik hier  voor de actuele mussenkaart van Amsterdam).

De mussen blijken het met name in Amsterdam Noord naar hun zin te hebben, dit stadsdeel heeft ruim 1700 nesten, gevolgd door Oost, met circa 1250 broedparen. De populatie mussen in het centrum van Amsterdam groeide het meest spectaculair: van 125 naar ruim 600 nesten. Alleen in Zuidoost werd een afname vastgesteld, van 868 naar 486 nesten.

De toename van het aantal mussen heeft meerdere redenen. Zo is de gemeente gestopt met het spuiten van gif, waardoor er meer insecten leven in de stad. Tevens heeft de mus zich aangepast aan een van haar grote vijanden: de sperwer. Iedere groep mussen heeft tegenwoordig een paar vogels op de uitkijk zitten die meteen alarm slaan zodra gevaar dreigt. Bovendien heeft de sperwer er zelf een vijand gekregen in de stad: de havik.

In de radio uitzending van 26 maart 2017 werd door stadsecoloog Geert Timmermans per abuis een verkeerd getal genoemd. Hij noemde het getal van 9600 broedparen, dit had 6500 broedparen moeten zijn. Een stijging dus van 3400 naar 6500 broedparen in Amsterdam.