© Foto: Jelle Reumer
De mensheid is ooit in Afrika ontstaan en van daaruit over de rest van de wereld uitgewaaierd. Onze bakermat is de savanne, een glooiend halfopen landschap van graslanden, verspreide bomen en boomgroepen, kuddes grazende dieren en af en toe een rivier of meertje want er moest ook gedronken kunnen worden. Dat landschap is het decor waarin Homo sapiens ontstond en opgroeide, alvorens de biezen werden gepakt op weg naar elders. Dat landschap is echter nog niet uit onze genetische bagage verdwenen. We zijn eraan aangepast en voelen ons erin thuis, zoals een eekhoorn zich thuis voelt in een naaldbomenbos en een haring in de Noordzee.
Deze gedachte wordt wel aangeduid met de term savanne-hypothese en je komt de gevolgen ervan op diverse plaatsen en in diverse uitingen tegen. Een goed voorbeeld zijn schilderijen uit de tijd van de Romantiek, met koeien die loom onder een boomgroepje rusten, een herder en een herderinnetje naast een kabbelend beekje.
Stadsparken zoals het Amsterdamse Vondelpark, het Utrechtse Wilhelminapark, Park Sonsbeek in Arnhem en Het Park in Rotterdam zijn aangelegd in wat wel de Engelse landschapsstijl wordt genoemd, een ontwerpprincipe dat feitelijk een vertaling is van de savannehypothese. Dat woord ‘Engels’ in de term Engelse landschapsstijl is afkomstig van het fraaie Britse landschap van streken als de Cotswolds dat we allemaal wel kennen van kneuterige Engelse series als Midsomer Murders. Het is ook het landschap waar we graag de vakantie doorbrengen en dat we vinden in de Normandische bocage, in de Ardèche en de Limousin: glooiende landschappen met bosschages, meidoornheggetjes, beige koeien, kabbelende beekjes en allerlei ander pittoresks. Je vindt meer campings bij Vaals of Valkenburg dan bij Lelystad of Emmeloord.
Maar zo’n landschap is niet rendabel voor de intensieve landbouw en voor de moderne distributie-economie. Een meidoornhaag mag dan wel aardig zijn voor de braamsluiper en de zwartkop, maar die vierkante meters leveren niks op; weg ermee! Een weiland met koeien of schapen mag dan wel leuk en groen zijn, het is economisch gezien zonde van de ruimte want een datacenter of distributiecentrum levert meer rendement op. En dus gaat ons landschap naar de knoppen.
Ik ben net terug van een paar weken in Frankrijk en hier en daar is ook dat land in rap tempo aan het veranderen in een eindeloze aaneenschakeling van distributiecentra, enorme golfplaten bouwsels met de esthetiek van een verhuisdoos. De verdozing van het landschap is een universeel verschijnsel geworden.
Na de ramp met de onafzienbare mais- en raaigrasakkers waarvoor het woord landschapspijn werd gemunt, zien we nu het volgende fenomeen op de glijdende schaal naar de afgrond. Data- en distributiecentra. En vergeet de glinsterende velden vol zonnepanelen niet. Het levert een landschap op waar niemand zich nog in thuis voelt. Het doet pijn, niet alleen aan de ogen, maar dieper, het bezeert onze ingeboren gevoelens van herkomst en geborgenheid en doorbreekt de eeuwenoude evolutionaire lijn naar onze wortels op de savanne. Het is herkomstpijn. En het lijkt onomkeerbaar, dat is nog het ergste.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.