Precies een week geleden, op zondag, liep ik een stevige duurloop. Dat doe ik vaker, volgens sommigen ook wel eens op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag, en gisteren liep ik eigenlijk ook best lekker, maar daar gaat het nu even niet om. Het was dus zondag in de middag, de winterzon had ons al verlaten en er stond best wel wat wind. Sommige mensen noemden het Tweede Kerstdag, ik heb daar zelf nooit zo’n last van.
Aan de rand van de polder waar ik liep, merkte ik dat ik de wind eigenlijk best wel tegen had en dus was ik blij met mijn tepel-strakke thermoshirtje. Mijn fluorescerende jack en mijn koel grijze mutsje omdat warm blijven en een fashion icon zijn in mijn leven hand in hand gaan. Ik mompelde tegen mijzelf, ‘de wind is pal oost’. Omdat ik wist waar het oosten zich bevond en omdat de wind echt precies daar vandaan woei. Net niet door eerder vermeld jack en mutsje heen.
Ik realiseerde me ook dat er maar een iemand is in mijn leven die de term ‘pal oost’ gebruikte en dat was mijn vader. Mijn vader, komend voorjaar, vier jaar niet meer onder ons. Hij was een man van de natuur. Hij groeide op in Overijssel, waar ik jarenlang onnodige grappen over maakte in Spijkers met Koppen columns. Hij voer als jongen geregeld mee op de vissersboot. En hij had in zijn latere leven meer vogelgidsen en natuurboeken anderszins dan Angela de Jong nietszeggend op tv verschijnt. Heel veel dus.
Zo ongeveer alles wat ik weet of begrijp van de natuur heb ik van hem. Ik heb het hem nooit gevraagd. Zoals ik hem zoveel nog nooit heb gevraagd. Maar het zou natuurlijk kunnen dat ‘pal oost’ een vissersterm is, een schippersterm. Waarbij het me ook niet zou verbazen als de gemiddelde visser toen en nu nog steeds helemaal geen kompas of sextant, laat staan een iPhone nodig heeft om heel precies te weten waar het oosten zich bevindt en zeker ook wat het betekent als de wind precies daar vandaan komt.
Trouwens wel weer leuk dat mijn moeder, die het op de dag af 60 jaar met mijn vader volhield alleen het richtingsgevoel heeft van een afdruiprek. Fascinerend hoe die twee mensen elkaar ooit hebben gevonden. Ook al omdat er in Heidelberg waar het plaatsgreep in die tijd nog helemaal geen Tinder was, of TINDER!, zoals onze oosterburen dat ongetwijfeld noemen.
Iets verderop bij de Ouderkerkerplas, ik ben nu weer terug op 26 december, schiet iets met vleugels voor me uit het struweel. Ok, ik geef toe, dat ik niet zeker weet of het struweel was, een woord dat ik mijn vader inderdaad nooit heb horen gebruiken. Maar ik riep wel ‘vogel, vogel, no worries! Goed volk!’. Meteen daarna verbeterde ik mezelf, want ik herkende dat het een fazant was. Fazant, door mijn vader voor het eerst voor mij geduid in de duinen bij Castricum. Ik schat zomer 1969. Dolf was net 6 en alles wat zijn vader zei of vertelde was spannend en waar. Ik riep ongetwijfeld eerst zoiets als ‘kijk, kijk, kijk die vogel’. Waarna mijn vader me vertelde dat het een fazant was. Hoe je het mannetje en het vrouwtje kon onderscheiden. Waarom de fazant zich juist in het struikgewas en de ondiepe duinpannetjes op zijn gemak voelde, waarna ik nog het een en ander leerde over de patrijs, de Vlaamse gaai en als het echt een ornithologische topdag was, hij me nog een buizerd of een andere roofvogel kon aanwijzen, die verderop boven de duinen hing. Bijna helemaal stil. Op zoek naar zijn lunch.
Dat stilhangen heet bidden, leerde ik. En pas veel later kon ik het fascinerend gaan vinden dat bidden en daarna ‘iets doden’ zo dicht met elkaar verbonden waren. Ach, wat zouden religies mooi zijn als ze zich niet bemoeiden met mensen, die iets anders geloven of helemaal niet geloven of een leven leiden in vrijheid zonder behoefte aan een imam, of priester of een Hindoe-geestelijke, die daar van alles van vindt. Sorry ik dwaal af, maar op een zondag mag dat wel vind ik.
Toen we aan het einde van die tocht, nog steeds Summer of 69, lang voordat Bryan Adams daar met zijn gitaartje doorheen kwam rauschen, wandelend met volledige bepakking het strand bereikte, was alsnog van groot belang waar de wind vandaan kwam. Want, als de wind uit het oosten kwam dan was het landwind. En landwind zou de kans op kwallen in de branding vergroten. En landwind, inderdaad, mijn vader zou zeggen: ‘pal oost’.
Ik kwam doorgewaaid en vol van herinneringen weer thuis vorige week. Ruim op tijd om u niet alleen een prettige zondag, maar ook een liefdevol 2022 toe te wensen.
Meer over:
dolf jansenMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.