Chemische onkruidbestrijding blijkt beste voor milieu
• 14-08-2012
• leestijd 2 minuten
Onderzoekers van Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR, hebben in samenwerking met IVAM van de Universiteit van Amsterdam de milieueffecten bepaald van de meest gangbare onkruidbestrijdingstechnieken op verhardingen zoals stoepen en wegdekken. Uit deze levenscyclus analyse (LCA) blijkt dat zorgvuldig chemiegebruik op verhardingen vanuit milieuoogpunt beter scoort dan niet-chemische technieken zoals branden, borstelen, hete lucht en heet water.
Onkruidbestrijding
Er is momenteel veel discussie over het kabinetsvoorstel om het professioneel en particulier gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen te verbieden. De LCA toont aan dat een verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen niet leidt tot een beter milieu.
LCA-score
In de LCA is de gehele levenscyclus in beschouwing genomen, van productie van grondstoffen tot verwerking van afval. De LCA-score bestaat uit 17 milieu-categorieën die los van elkaar worden vergeleken, en vervolgens genormaliseerd en gewogen bij elkaar opgeteld worden. Scores worden uitgedrukt in LCA punten. Hoe hoger de LCA-score, hoe slechter de techniek scoort.
Lage impact
Op grond van de totale milieuscores hebben de chemische onkruidbestrijdingstechnieken m.b.v. glyfosaat een aanzienlijk lagere impact op het milieu dan niet-chemische technieken. Chemische technieken hebben een totaal score van 0,3-0,5 LCA punten. Bij borstelen wordt de impact op het milieu voornamelijk bepaald door de mate van extra slijtage van de verharding door de roterende borstels. De LCA score varieert daardoor van 2,8 bij geen slijtage tot 7,0 bij 25% kortere levensduur van de verharding. Branden, hete lucht en heet water hebben de grootste impact op het milieu als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. De scores voor deze technieken variëren van 7 tot 11 LCA punten.
Heet water
Kijkend naar de afzonderlijke milieu-categorieën hebben de chemische methodes de hoogste impact op zoet- en zoutwater, vanwege de toxiciteit en de voedingswaarde. Op humane toxiciteit, landgebruik en minerale uitputting scoren de borstelmethodes het hoogst. Bij fijnstofvorming wordt de hoogste impact gevonden bij de heet water methode. In de impactcategorieën klimaatverandering en fossiele uitputting heeft branden de hoogste impact en scoort ook hete lucht hoog. Er is geen techniek die op alle milieu-categorieën het beste of slechtste scoort.
Bron: WUR