Carlablog: vrolijk afscheid
• 21-07-2014
• leestijd 2 minuten
De laatste dagen zakt de temperatuur pas na drieën onder de dertig graden. De zon brandt de bladeren bruin. Alleen de bijen en vlinders hebben er geen last van. Vrolijk fladderen ze rond de rozen en lavendel. Ook de vier vlinderstruiken zijn populair. Zij reisden jaren geleden als stek mee uit mijn Hilversumse tuinreservaat. Nu zijn ze metershoog en overladen met bloemen.
Ik heb moeite met het determineren van de verschillende soorten bijen. Sommige zijn exclusief voor dit klimaat: de zomers zijn doorgaans heel warm. De zon brandt de dag tot boven de dertig graden, de nachten zijn koel en vochtig door de rivier die beneden stroomt. Na vier warme dagen steekt de noordoostelijke wind, de 'vent d’Autan' op, die door de canyon loeit, gevolgd door enkele wisselvallige dagen. De wind kan snelheden tot 120 km/per uur bereiken. Als de vent d'Autan waait dansen de gekken in Albi, zo luidt een regionaal gezegde.
Op die dagen houdt alles wat vliegt zich gedeisd. De tuin haalt diep adem, laaft zich aan de regendruppels en maakt zich op voor de volgende hete periode. Bij de eerste zonnestralen barst de natuur los. Wouwen, buizerden, slechtvalken en haviken worden door de warmte hoog in de lucht geholpen en suizen naar beneden om de huis- en gierzwaluwen te pakken te krijgen. Bijen en vlinders volgen een half uur later als het echt warm wordt. Ik geniet van de kleurige fladderaars en ruim met grote tegenzin het tuingereedschap op. Als ik terugkom is een groot deel van de zomer voorbij. Enfin, in ieder geval zorgt de natuur voor een vrolijk afscheid.