Mijn vijver puilt uit van de alg en kikkervisjes. Dat is geen toeval. Het heeft alles te maken met hele grote zelfbeheersing van deze vijvereigenaar. Voor het eerst heb ik het schepnet in het tuinhok laten staan: ik heb de alg niet aangeraakt. Voorgaande jaren kreeg ik de kriebels van die groene snotterige soep. Met een tonkin stokje was ik uren aan het draaien om de grootste hoeveelheid drab uit de vijver te vissen. Dit voorjaar leerde ik van kenners dat ik hier mee moet stoppen. Kikkervisjes eten namelijk alg.
Het is zelfs zo dat groene en bruine kikkers op zoek gaan naar vijvers met alg om hun eitjes in af te zetten. Ze ruiken de alg van verre en weten dat dit een uitstekende plek is om hun kroost in achter te laten. Hier hebben de jongen voldoende te eten. Dit voorjaar tiereliert het water van de ontelbare kikkervisjes. Het zijn zwarte supersnelle bolletjes met een staartje. Als ik een stukje alg optil flitsen ze alle kanten uit, op zoek naar dekking.
Ik heb geleerd dat de kikkervisjes van kikkers licht zijn met vlekjes, die van padden bijna zwart en iets groter. In hun tweede maand verdwijnen de kieuwen en moeten ze naar de oppervlakte om adem te halen, een maand later zijn het heuse padden en kikkers geworden. Nog klein en kwetsbaar, dat wel. Alleen de kikkervisjes van de grote groene kikker (meerkikker) doen er veel langer over. Die overwinteren in het water en worden het volgend voorjaar pas groot en groen.