Bloemen horen te geuren. Jaren lang zijn rozen veredeld en verfraaid, tot de geur uit vele rozen was weg-veredeld. Gelukkig zijn ze er weer dankzij de rozenkwekers met smaak. Hoe dubbeler de bloem hoe minder er aan te beleven valt. Bovendien vind ik al die dubbele jasmijnen en andere bloeiende struiken en bloemen die verdubbeld zijn over de top. Je kunt niet in hun hart kijken, ze zijn zwaar op de steel en insecten vinden er geen bal aan.
Bloemen zijn voor bijen, zweefvliegen, hommels, vlinders en alle andere fladderaars van levensbelang. Ze herkennen kleuren én geuren. Ze weten op welke tijdstippen bloemen geuren: niet allemaal tegelijk want dan worden alle insecten gek van die overdaad aan parfums. Bijen nemen bloemengeuren zelfs mee naar hun nest. Daar vertellen ze elkaar in
hun eigen bijentaal
wat er te halen valt, waar al dat lekkers te vinden is en hoe laat. Zelfs hoe ver het is kunnen ze uitleggen. Niet geurende bloemen hebben bijen helemaal niets te bieden.
Gisteren kwam ik terecht op een Bretonse camping. Iedere kampeerplek hier is omgeven daar een groene wand van uitgeschoten ligusterstruiken die in bloei staan. Een bedwelmende geur van zon en zomer hangt in de lucht. Duizenden bijen zoemen rond en buitelen door de heesters. Ook in Nederland bloeien nu de ligusters. Ruik en je bent overtuigd. Als ik straks weer thuis ben ga ik een extra ligusterstruik in de tuin planten. Niet als functioneel behang in de vorm van een haag. Gewoon als struik die mag groeien en vooral bloeien. Wat is er toch mis met zo’n mooie frisgroene geurende, bloeiende groenblijver? Lang leve de liguster, weg met de buxus.