Carlablog: het gele wonder
• 08-07-2013
• leestijd 2 minuten
Vanavond word ik getrakteerd op een theatervoorstelling. Hoofdrolspelers: de teunisbloemen. Als het licht wegvalt gaat het doek omhoog: de voorstelling kan beginnen. Met hun heldergele kleur en aantrekkelijke geur staan ze hun best te doen om de insecten van de nacht verleiden.
De plant komt oorspronkelijk uit Zuid- en Noord-Amerika maar is ingeburgerd in vele landen. Er zijn zo’n 125 soorten uit de teunisbloemfamilie dus dé teunisbloem bestaat niet. Hoe mijn soort heet weet ik niet maar ik gok dat het de
Oenothera biennis
is, de gewone middelste teunisbloem. Hij is anderhalve meter hoog en bloeit de hele zomer door.
Ik neem een slokje en kijk naar de stevige prachtige plant die genoegen neemt met het zandige hoekje naast het terras. Twee bloeiende bloemen staan aan de top van een lange steel. Daaronder drie bloemknoppen die staan de popelen om open te gaan. Hoe vaak heb ik teunisbloemen niet voor onkruid aangezien en naar de compostbak verbannen? Ik neem nog een slok, kijk weer en zie ineens drie bloeiende bloemen. Aan de wijn kan het niet liggen, zeker niet goed gekeken de eerste keer.
Ik ga er eens goed voor zitten en houd mijn ogen gericht op de overgebleven twee bloemknoppen. Heel langzaam zie ik de buitenste groene blaadjes iets bewegen. Er komt meer geel tevoorschijn. In nog geen dertig tellen zie ik een groene knop veranderen in een heldergele bloem. Stomverbaasd over dit schouwspel open ik mijn laptop. Ik zoek en zie dit fenomeen niet beschreven. Wel stuit ik op websites die vertellen dat de olie uit zaden van de teunisbloem bijna overal goed voor is. Het zou bloeddruk en cholesterol verlagen, helpen bij atritis, exzeem, en acne. En katers.
Het echte wonder van de teunisbloem zie ik niet beschreven.
Nog één knop te gaan deze avond en dan is de voorstelling voor vandaag voorbij. Morgen zit ik weer op de eerste rang.
Carla van Lingen.
Foto:ajoosse. Kijk voor meer foto's van deze fotograaf op
Vroege Vogels fotogalerij.