Deze pad heeft z’n winterslaapplek uitgezocht onder mijn hardloopschoen – er zijn echt betere plekken in mijn Franse tuinreservaat -. De bladeren van de vijg, de linde en de es kleuren geel. Dit jaar niet van de droogte maar omdat het zo hoort. De laatste vlinders fladderen vermoeid rond en een enkele bij vindt nog stuifmeel in de hibiscus. De bosuilenman markeert eind van de avond z’n territorium vlakbij mijn slaapkamerraam en gaaien en eksters jatten de walnoten van de bomen om de eekhoorns voor te zijn. De vogels vliegen af en aan van boom naar wei om de noten te verstoppen. Ze vinden hun oogst als het koud wordt weer feilloos terug.
Herfst betekent ook: werk aan de winkel. Als er een regenbui is gevallen meteen de tuin in om onkruid uit de grond te trekken voordat die is opgedroogd. De wei is gehooid, een klein deel ligt opgetast op de composthoop, de rest is verbrand. Met een hellingpercentage van 15% is er geen boer te vinden die dit op komt halen voor z’n vee. We hebben de paarden gedeeld met de ene buurman en de schapen overwogen met de andere. Schapen en honden zijn geen goede combinatie in dit geval, en de paarden vraten de wei van m’n buurman kaal en gebruikten de onze als latrine.
In de herfst gaat er heel veel dood. Sprinkhanen, krekels, vlinders, bijen en ander klein grut leggen het loodje. Gewoon omdat het zo hoort. Ze zijn op en de nieuwe generaties wachten op het voorjaar. Ook mijn majestueuze grote conifeer legt het loodje. Het begon vorig jaar met een bruine tak maar nu wordt er heel veel groen bruin. Ik vrees dat hij volgend jaar herfst niet meer haalt. Hoewel ik geen liefhebber ben van coniferen zal de dood van deze wel 15 meter hoge reus een gat slaan in mijn reservaat.