Campagneleider over de bezetting van de Essent Kolencentrale
• 08-12-2010
• leestijd 2 minuten
Ik lig op een krappe stretcher, zeventig meter boven de grond. Naast mij actievoerder Erik, boven ons een dun tentzeil. Onze bivaktent hangt aan zes klimtouwen die zijn gespannen tussen drie reusachtige kranen. Als ik mijn hoofd buiten ons tentje steek, kijk in de onmetelijke diepte en zie ik de grootste bouwput van Nederland. Hier zet energieproducent Essent de meest vervuilende kolencentrale neer die ooit in ons land is gebouwd.
Gisterenavond bezetten we met dertig actievoerders een deel van het bouwterrein van Essent in de Eemshaven. Via de drie kranen klommen we naar boven, met grote rugzakken met proviand, dikke slaapzakken en warme kleren. Vanuit één kraan schoten we lijnen naar de andere kranen. Waar die lijnen elkaar kruisen, hangt onze stretcher. Als op een tokkelbaan gleed ik via een van de touwen naar de tent.
Alles wat je thuis met het grootste gemak doet, zoals koffie zetten, plassen of zelfs maar jezelf omdraaien, gaat hier heel moeilijk. Ook wordt het in zo’n kleine ruimte al snel een zootje, dus hebben we alles met lussen onder het tentzeil gehangen, zoals onze schoenen en klimtouwen. Vergeten dat je aan een paar touwtjes bijna honderd meter boven de grond hangt, doe je niet snel. Vooral sinds er ook een groot spandoek aan de klimtouwen hangt, schudden we flink heen en weer.
’s Nachts in de kou op een smalle stretcher liggen, houd je alleen vol als je weet waarvoor je het doet. Dat Essent een reusachtige kolencentrale bouwt, direct aan de Waddenzee, terwijl in Cancún wordt gezocht naar oplossingen voor klimaatverandering, dat is iets waarbij ik me niet kan neerleggen.
Florian van Olden, actievoerder en campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace