Bruinvis in kritieke toestand opgevangen

De bruinvis die woensdagochtend levend aanspoelde op de tweede Maasvlakte is in uiterst kritieke toestand aangekomen in het opvangcentrum van Stichting SOS Dolfijn. De kleine dolfijnachtige is sterk vermagerd en heeft ernstige verwondingen aan een van de vinnen. Na een medisch onderzoek is de behandeling en verzorging gestart om het dier te kunnen redden.

De bruinvis, een vrouwtje van iets meer dan een meter, werd deze ochtend gevonden door mensen van project Maasvlakte 2. Door plaatselijke hulpverleners is het dier verzorgd in de bak van een shovel totdat een team van SOS Dolfijn ter plaatse was. De bruinvis is naar het opvangcentrum van SOS Dolfijn gebracht waar het rond 15 uur aankwam. Volgens Jolanda Meerbeek van de opvangorganisatie is het dier er ernstig aan toe: “De jonge bruinvis is uitgehongerd en zeer mager, ze heeft huidaandoeningen en zweren in de mond. Daarbij komt dat bij een van de borstvinnen diepe pikwonden zijn ontstaan door waarschijnlijk meeuwen”. De bruinvis is niet in staat goed te blijven zwemmen. Ze wordt daarom de komende nacht voortdurend ondersteund door vrijwilligers.

De afgelopen weken zijn reeds vier andere bruinvissen opgevangen door SOS Dolfijn. Deze dieren zijn ziek of gewond op Nederlandse, Duitse en Belgische stranden gevonden. Wanneer de dieren na een succesvolle revalidatieperiode volledig zijn hersteld worden ze terug gebracht naar zee. Of herstel voor de bruinvis van de Maasvlakte ook gaat lukken is gezien de omstandigheden nog uiterst onzeker.

Stichting SOS Dolfijn is een kenniscentrum en opvangorganisatie voor gestrande bruinvissen en dolfijnen. Elk jaar worden gemiddeld tien dieren opgevangen nadat ze aanspoelen op de kust in Nederland of omringende landen. Ongeveer de helft van de opgevangen dieren wordt gered. SOS Dolfijn is daarmee het meest succesvolle rehabilitatiecentrum voor dolfijnachtigen ter wereld. De organisatie wil door opvang, educatie en onderzoek een bijdrage leveren aan het beschermen van de zee en haar bewoners.

Bron: Stichting SOS Dolfijn