Waar komen de meest bijzondere planten, mossen en paddenstoelen voor? Natuurorganisaties FLORON, BLWG en NMV hebben
een kaart gemaakt
met hotspots voor botanische biodiversiteit in Nederland.
Vrijwilligers en de overheid hebben de afgelopen 30 jaar in heel Nederland planten en dieren in kaart gebracht. Inmiddels is vrijwel het hele land meerdere keren onderzocht en zijn tientallen miljoenen waarnemingen van planten verzameld, waardoor we nu een goed beeld kunnen krijgen van soortenrijke gebieden.
In totaal zijn 200 gebieden in Nederland aangemerkt als hotspot. De twee meest diverse gebieden zijn te vinden op de Veluwe in de omgeving van Kasteel Staverden en in de duinen bij Wassenaar. Bijna alle duingebieden en natuurgebieden in Zuid-Limburg scoren hoog, vanwege het grote aantal zeldzame soorten dat hier voorkomt. De gebieden zijn vooral zo rijk omdat hier veel verschillende biotopen bij elkaar te vinden zijn, zoals open duin, bos, bebouwing en kleinschalige landbouw.
Niet alleen natuurgebieden
Niet alle biodiversiteitshotspots liggen in natuurgebieden. Een kwart van de gebieden is niet beschermd. Zo scoort de binnenstad van Amsterdam het hoogst op diversiteit aan muurplanten. Drie van de beste plekken voor korstmossen zijn oude zeedijken met veel natuursteen. Kleine particuliere landgoederen in Friesland en Groningen herbergen een uitzonderlijke rijkdom aan stinzenplanten (voorjaarsbloeiers).
Het recept voor soortenrijkdom
Natuurorganisaties hopen met de kaart meer aandacht te krijgen voor het behoud van hotspots. Bij hotspots met een klein oppervlak is de rijkdom aan soorten vaak te danken aan een consequent beheer, zoals maaien, plaggen en zagen. Dit is vaak eeuwenlang op dezelfde manier uitgevoerd. Of er is simpelweg meer dan honderd jaar niets gedaan, zoals in bosreservaten. In een stabiele omgeving vestigen zich in de loop van de tijd steeds meer soorten, zo is de theorie. Zonder grote veranderingen in een gebied blijven soorten op hun plek staan, ook als ze zich vanwege het huidige warmere klimaat, of bij de hoge stikstofdepositie niet meer spontaan zouden vestigen.
In sommige gebieden, zoals het rivierengebied, kan constante dynamiek juist zorgen voor een hoge soortenrijkdom omdat pioniersoorten zich beter kunnen vestigen als er een overstroming is geweest. Valt de dynamiek weg, dan neemt het aantal soorten weer snel af.
De kaart
is gemaakt met waarnemingen uit de Nationale Databank Flora en Fauna en de Rode Lijst. De kaart is te raadplegen in de NDFF Verspreidingsatlas. Naast beschrijvingen van gebieden is het ook mogelijk om de lijst met de soorten op te vragen die binnen een straal van 5 km rond het gebied voorkomen.
Tekst: Laurens Sparrius, FLORON
Dit onderzoek werd uitgevoerd door FLORON, BLWG en NMV met steun van het Wereld Natuur Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.