Het mooie weer zorgt deze week voor uitbundige bloei en groei in de natuur. Zo beleeft ook de bostulp op dit moment de bloeipiek, zo meldt het bureau voor plantwaarnemingen Floron in Leiden.
De bostulp (
Tulipa sylvestris
) is niet zoals op grond van de naam verwacht zou mogen worden, in het bos te vinden. De bijzondere plant groeit voornamelijk, en dan bij duizenden tegelijk, op het kerkhof van Ternaard in Friesland. Volgens Floron leveren de duizenden bloeiende tulpen zo'n bijzonder schouwspel op, dat natuurliefhebbers er elk jaar speciaal voor naar het Friese dorp reizen.
De bostulp is een stinzenplant. In Nederland komen nog een kleine twintig stinzenplanten voor. Dat zijn planten die eeuwen geleden gepoot zijn op landgoederen en buitenplaatsen en die langzaam zijn verwilderd.
Buitenplaatsen heten in Friesland stinzen. Er zijn er nog drie, in Veenwouden, Oudwoude en bij Jelsum. Maar alleen op het kerkhof van Ternaard heeft de bostulp, die de Friezen wylde tulp noemen, het zo naar zijn zin dat hij helemaal is verwilderd.
De bostulp vormt na de bloei nieuwe bollen onder de grond. Omdat het loof dan afsterft, ziet het kerkhof er na de spectaculaire bloemenpracht enkele weken verwaarloosd uit. Volgens sommigen zouden de bolletjes de graven zelfs laten verzakken, maar onderzoek heeft uitgewezen dat daar geen sprake van is. In juni zijn alle sporen van het wilde tulpenveld weer voor bijna een jaar verdwenen, aldus Floron.