De huid van kikkers houdt de vorst moeilijk buiten. De boskikker bestaat net als de mens vooral uit water. Daarom laat hij zich voor 65% bevriezen, het bloed stopt met stromen en de hartslag loopt terug tot vier slagen per minuut. Ondertussen maakt de lever overuren en produceert het grote hoeveelheden glucose. Dit zorgt ervoor dat de belangrijkste cellen actief blijven. Zo kan de boskikker tot 8 graden onder nul overleven.