Bosbranden Indonesië kosten 100.000 levens

De bosbranden die vorig jaar Indonesië maandenlang teisterden, hebben vermoedelijk aan ruim 100.000 mensen het leven gekost. Dat komt hoofdzakelijk door het inademen van fijnstof, dat grote hoeveelheden koolstof bevatte.

Onderzoekers van de Amerikaanse universiteiten Harvard en Columbia zeggen dat niet alleen inwoners van Indonesië slachtoffer van het fijnstof werden. Ook bewoners van naburige landen als Maleisië en Singapore zijn gestorven door de vervuilde lucht. De onderzoekers, die hun bevindingen wereldkundig maakten in het tijdschrift Environmental Research Letters , wijzen er op dat zij enkel volwassenen onder de loep hebben genomen. Ze vermoeden dat de gevolgen ook voor kinderen, nog ongeboren kinderen inbegrepen, groot zijn.

De branden, die tot in oktober vooral de grote eilanden Sumatra en Borneo troffen, worden doorgaans aangestoken door boeren die bosgebied landbouwrijp willen maken ten behoeve van de palmolie-industrie. Het klimaatverschijnsel El Niño jaagt de vlammen nog aan omdat het daardoor in Indonesië veel droger is dan normaal. Regenwouden maken al jaren plaats voor palmolieplantages en het jarenlang kappen en droogleggen van regenwoud maakt het gebied vatbaar voor branden.

Nederland is Europa's grootste importeur van palmolie en de vijfde op de wereldmarkt door de aanwezigheid van bedrijven zoals IOI Loders Croklaan op de Rotterdamse Maasvlakte. Greenpeace bekritiseert dit bedrijf al jaren vanwege haar schadelijke productiemethoden. Zij hebben dan ook een petitie opgezet om de import terug te dringen.

De Indonesische overheid kwam met een heel ander dodental: 24.

Bron: ANP & Greenpeace