Boktor gevonden in Hoofddorp

In een tuin in de nieuwbouwwijk Floriande in Hoofddorp is eind vorige week een Oost-Aziatische boktor aangetroffen. De boktor vormt een groot risico voor een groot aantal loofbomen en struiken, zo heeft de gemeente Haarlemmermeer dinsdag bekendgemaakt.

Volgens de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) is er nog geen aanleiding om maatregelen te nemen in de wijk, zoals het verwijderen van struiken. Wel wordt de komende dagen onderzocht of de boktor zich in de buurt heeft verspreid. Daartoe heeft de instantie 150 brieven verspreid in het gebied waar de boktor is opgedoken.

De boktor bevond zich in een esdoorn in de tuin van een particulier. Het schadelijke beestje komt oorspronkelijk niet voor in Europa, maar ondanks de strenge controle bij de import van planten duikt het soms toch in Nederland op. De boktor kan veel schade veroorzaken aan bomen en planten. Daarom moet verspreiding van het insect worden voorkomen, zo stelt de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit.

Er zijn één jonge vrouwelijke boktor en twee uitvlieggaten in een esdoorn gevonden. Het is niet waarschijnlijk dat er bevruchting heeft plaatsgevonden of dat er eitjes zijn gelegd en de boktor zich verder heeft kunnen verspreiden in het gebied, meldde een woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) dinsdag. Maandag heeft demissionair minister Gerda Verburg (LNV) contact gehad met de locoburgemeester van de gemeente Haarlemmermeer. Maatregelen worden na overleg met de gemeente genomen. De nVWA gaat de komende weken de controles uitvoeren.

Kwekerijen en handelsbedrijven, zoals tuincentra, binnen 2 kilometer rond de vondst, mogen alle planten waarin de boktor zich kan voortplanten, pas weer in de handel brengen na een intensieve controle. Ook wordt er in de bufferzone van 2 kilometer geïnspecteerd op de aanwezigheid van de boktor. Begin dit jaar werd het gevreesde beestje aangetroffen in Boskoop. Daar werd toen een handelsverbod ingesteld voor de ongeveer 450 boomkwekerijen in dat gebied.

Bron: ANP