Van de week hebben de andere studenten in een poel in de buurt vroedmeesterpadlarven gevonden. Deze beestjes doen de naam dikkopjes eer aan; het zijn joekels van zo’n zeven centimeter groot. Je zou hier ook enorme padden uit verwachten, maar niets is minder waar. De vroedmeesterpad is een van de kleinste padjes in Nederland en wordt maar vier tot vijf centimeter groot. Dat de larven zo groot zijn, komt omdat ze al ruim een jaar oud zijn.
De broedzorg van de vroedmeesterpad is vrij opmerkelijk. De eitjes worden niet in het water afgezet zoals bij de meeste padden en kikkers, maar worden door het mannetje om de achterpoten gewikkeld en zo meegedragen. Als de eitjes genoeg ontwikkeld zijn, zet het mannetje ze af in een poel, waar vervolgens de larven uitkomen. Dit larvenstadium duurt dan vervolgens nog veertien maanden.
Het is bijzonder dat de vroedmeesterpadlarven in dit gebied gevonden zijn, aangezien ze voor zover bekend op geen enkele andere plek in de Thiérache meer voorkomen. Desbetreffende poel is sowieso interessant, want dit is ook de eerste plek waar we vuursalamanderlarven hebben gevonden in een watertje die niet midden in het bos ligt. Een bijzonder en larven-rijk poeltje dus. Zou er soms wat in het water zitten?