Biologie student Daisy de Vries heeft onderzoek gedaan naar vuursalamanders in Frankrijk en is nu naar Zuid-Afrika om onderzoek te doen naar struisvogels.
Aangezien de struisvogels het meest actief zijn als het koeler is, zijn we vooral net na zonsopgang en voor zonsondergang op het struisvogelterrein te vinden. Laatst stonden we met de slaap nog in de ogen toch even raar te kijken. Waren we nou nog niet goed wakker of stond er echt een struisvogel buiten de hekken? Een vrouwtjesstruisvogel liep inderdaad buiten de hokken en keek overal eens nieuwsgierig rond. De vrijheid was echter van korte duur: al snel kwamen de medewerkers om haar te vangen. In de auto werd ze terug naar haar verblijf gereden.
Commotie
Het struisvogelvrouwtje bleek over een hek te zijn gesprongen. Struisvogels kunnen erg hoog en ver springen, met stappen van wel 3,5 meter! Het hekje van 1,5m hoog waar de beesten achter staan, stelt dus eigenlijk niks voor zou je zeggen. Toch breken er nauwelijks struisvogels uit. Dit komt omdat struisvogels alleen springen als ze in paniek zijn. Op de boerderij gebeurt dit soms ’s nachts, als ze schrikken van roofdieren zoals jakhalzen. De paniek is vaak al snel weer over, maar het lukt de vogels vervolgens niet om terug te springen in hun verblijf. Gelukkig hebben alle dieren een markering in hun nek, waarop precies te zien is welke struisvogel in welk hok hoort.
Gedragingen
De markering, een kleurenlabel met daarop het verblijfnummer, wordt ook gebruikt om gedragingen van de vogels toe te schrijven aan individuen. Zo kunnen we vanuit de observatietoren bijvoorbeeld zien dat in hok 25 het blauw-gelabelde mannetje paart met het geel-gelabelde vrouwtje. Of bijvoorbeeld dat het rood-gelabelde mannetje net boomde (het geluid dat struisvogels maken). De struisvogels boomen helaas niet zoveel als we gehoopt hadden. Behalve dan op de ochtend waarop het vrouwtje ontsnapt was! Misschien dat we toch wat vaker voor commotie onder de struisvogels moeten zorgen.