Ergens op de Zuid-Hollandse eilanden leeft een populatie medicinale bloedzuigers; die grote joekels die we kennen van het aderlaten. In de achttiende eeuw vond je dit beest in iedere sloot, tegenwoordig is het een zeldzaamheid.
Bloeden
De medicinale bloedzuiger
(Hirudo medicinalis)
leeft parasitair op andere dieren. Niet alleen op zoogdieren, maar ook op vissen, vogels en amfibieën. Ze bijten zich vast, spuiten een bloedverdunnende stof naar binnen en drinken zich vol bloed, daarna laten ze los. Door de bloedverdunners blijft de wond die zo ontstaat nog een tijd bloeden. Hij kan tot 15 cm lang en anderhalve cm dik worden.
Import?
Of deze bloedzuiger een inheems dier is of dat hij is geïmporteerd vanuit Zuid-Europa, daarover zijn de experts het niet eens. Als ze geïmporteerd zijn, is dat vanwege medicinale doeleinden: bloedzuigers werden vroeger veel gebruikt voor aderlaten. Tegenwoordig worden - gekweekte - bloedzuigers overigens nog altijd gebruikt in de plastische chirurgie, waar ze bij bepaalde operaties de doorbloeding kunnen bespoedigen.
Onder druk
Bloedzuigers kunnen wel tien jaar oud worden, en ze kunnen maanden zonder eten. Als hun leefomgeving te droog wordt, kruipen ze weg in de modder, waar ze het heel lang kunnen uithouden. Desalniettemin staat dit dier ernstig onder druk door het wegvallen van z’n natuurlijke habitat: grote moerasgebieden.