Blijvende schade aan vogelpopulatie na storm juni
• 20-08-2007
• leestijd 1 minuten
De zware storm die het waddengebied op 26 juni teisterde, heeft blijvende schade aangericht aan de vogelpopulatie. Dat zeggen beheerders Otto Overdijk van Natuurmonumenten en Jeffrey Huizenga van Staatsbosbeheer.
Drie oorzaken van de schade zijn aan te wijzen. Ten eerste zijn de vogels op plekken aangewezen waar ze erg kwetsbaar zijn. Veiliger plekken zijn ze ontvlucht door toenemende verstoring. Gebrek aan rust betekent dus direct gebrek aan veiligheid. Ten tweede was de storm uitzonderlijk hevig, het water bereikte een piek van 2.40 meter + NAP. En, ten derde, belangrijk is dat de storm zo laat in het seizoen was. Daardoor hebben de vogels geen kans gekregen voor een tweede nest.
De omvang van de schade is groot. Tureluurs en visdiefjes hebben waarschijnlijk het meest geleden, maar de aantallen zijn niet exact bekend. Daarvoor worden deze soorten onvoldoende gemonitord. Van andere soorten worden de tellingen preciezer bijgehouden. Bijvoorbeeld van de 1700 lepelaars zijn zeker 100 nesten weggespoeld en dus plm. 150 dieren verdronken. Van de noordse stern is zeker 300 paar verdwenen. Van andere sterns wellicht 500 tot 1000 exemplaren. De jongen van de grote stern waren bijna vliegvlug, ze hebben zich enigszins kunnen herstellen. De kuikens van de kokmeeuw daarentegen waren op dat moment veel jonger. Van de circa 5000 nesten zijn er zeker 2000 verdwenen.