Melk van biologische oorsprong is qua smaak net zo goed als gangbare melk en heeft, vooral in de zomer, een hoger gehalte aan enkele vitamines dan gangbare melk. Dit blijkt uit een studie van het Louis Bolk Instituut en de Animal Sciences Group, waarin biologische en gangbare melk uit de supermarkt met elkaar zijn vergeleken.
Op twee momenten in het jaar zijn 10 biologische en 10 gangbare melkmonsters genomen: in maart als de koeien nog op stal staan en in juni als de koeien volop buiten in de wei lopen. Vitamine A, carotenoïden, vitamine E, selenium, koper en calcium zijn gemeten en de smaak van de melk is getest.
Uit eerder onderzoek binnen en buiten Nederland bleek dat melk van biologische oorsprong gemiddeld een betere vetzuursamenstelling heeft. Onderzoek in het buitenland laat soms ook duidelijke verschillen zien in vitaminehoeveelheden tussen biologische en gangbare melk. In het huidige onderzoek is dit met name voor de zomermelk bevestigd. De biologische melk had een hoger gehalte aan de carotenoïden luteïne en zeaxanthine, en de biologische zomermelk bevatte meer vitamine E en B-caroteen.
De samenstelling van het voer speelt hierbij een belangrijke rol. Koeien die meer vers gras of graskuil en minder maïs of hooi eten, geven melk met meer van deze vitamines. Daarnaast bevatte biologische melk minder koper en selenium en meer calcium. Voor de menselijke consumptie zijn deze verschillen minder relevant, onder meer omdat melk slechts een kleine bijdrage levert aan de dagelijkse opname van koper en selenium. Ondanks de verschillen in samenstelling werd in het onderzoek geen effect op de smaak gevonden.