Ruim honderd jaar geleden maakten apothekers zelf de medicijnen met natuurlijke grondstoffen, zoals galnoten en addervlees. Om geen fouten te maken, bewaarden ze duidelijke voorbeelden van de grondstoffen in een speciale apothekerskast.
Geitenkeutels, kreeftenogen, duivelsdrek, galnoten en tal van zaden, kruiden, bloemen, basten en mineralen. Dit zijn zomaar wat grondstoffen die apothekers tot in de 20e eeuw in huis hadden om zelf medicijnen te kunnen maken. De recepten waren gebaseerd op wat er in de natuur voorkwam.
Verzameling grondstoffen
Om geen fouten te maken bij het bereiden, hield de apotheker een zogenaamde simpliciaverzameling aan. Meestal werd deze verzameling bewaard in een speciale apothekerskast met laadjes en vakjes waarin voorbeelden lagen van de te mengen stoffen. De simpliciaverzameling deed ook dienst als werkvoorraad. Naarmate er steeds vaker werd bewezen dat de grondstoffen geen geneeskrachtige werking hadden, verdwenen de stoffen uit de apothekersopleiding en daarmee uit de simpliciaverzamelingen.
Over de apothekerskasten is nu een boek verschenen: Van gildekast tot schoenendoos. Het boek is geschreven door Raymond van der Ham en Annette Bierman. Van der Ham is verbonden aan Naturalis in Leiden. Hij raakte gefascineerd door de apothekerskasten toen hij er zelf een op een bazaar wist te bemachtigen.