Ondanks de toepassing van ‘verbeterde’ vangstmiddelen worden nog steeds in ruim 11% van de muskusratvallen andere dieren dan muskusratten gevangen. Dit blijkt uit Muskusrattenbeheer jaaroverzicht 2013. Dit komt neer op 2040 dieren die onbedoeld worden gevangen, vaak met de dood tot gevolg.
Het jaaroverzicht stelt dat middels het uitwisselen van kennis en het toepassen van ‘verbeterde’ vangtechnieken, de bijvangst tot een minimum is teruggebracht. “In vangkooien ondergaan muskusratten een wrede, langzame verstikkingsdood", aldus Bodewitz. Maar dat naast de muskusratten nog duizenden andere dieren ook de dood in de vangmiddelen voor muskusratten vinden is een dubbele tragedie”.
Het jaaroverzicht meldt dat vele wilde eenden, waterhoenen, bunzings, hermelijnen en zelfs zwanen beklemd raken in de muskusrattenvallen. Veelal betreft het een trage en pijnlijke dood. Zelfs vele vissen zoals de snoek, blankvoorn en de ruisvoorn vinden in grote aantallen de dood in muskusrattenvangkooien.
Otter ook niet veilig
Op landelijk niveau lopen de bijvangstaantallen op tot wel 7.747 dieren. Ook speciaal geïntroduceerde dieren als de bever en otter blijken niet veilig voor de vangmiddelen, “Op 31 oktober vorig jaar overleed een jonge otter in een muskusrattenval” aldus Bodewitz, “Deze val was nota bene voorzien van een otterring. Zo’n ring is speciaal ontworpen om voor otters de toegang tot de muskusrattenval te blokkeren. Hieruit blijkt duidelijk dat zulke beschermingsmaatregelen niet adequaat genoeg werken.” De otter betreft een diersoort die men tracht te herintroduceren, nadat deze door versnippering, autoverkeer en vuil water was uitgestorven binnen de Nederlandse natuur.
Nieuwe proef
De Partij voor de Dieren blijft zich daarom inzetten voor het verlagen van de bijvangst percentages en pleit voor alternatieven als preventie voor het vermeende muskusrattenprobleem. Om die reden zijn verschillende waterschappen al overgegaan tot experimenten met muskusratwerende dijkbescherming. Ook is er op initiatief van de Partij voor de Dieren een veldproef gestart om te onderzoeken wat het effect op de populatie is bij meer, minder en gelijke bestrijdingsintensiteit. De resultaten daarvan worden in de loop van 2015 verwacht.