Vogelonderzoeker Rob Bijlsma Heeft een naam hoog te houden. Want zoals Koos van Zomeren ooit al over hem schreef: 'Rob Bijlsma zegt dat hij in bomen klimt om roofvogelonderzoek te doen. Ik denk dat Rob roofvogelonderzoek doet om in bomen te kunnen klimmen.' En het moet gezegd: Bijlsma is er erg bedreven in! Voor een reportage over de stand van de roofvogels kunnen wij dan ook niet anders dan met met Bijlsma de boom in.
Op de bosbodem zien we maar een heel klein stukje lucht. Vanuit een fijnspar op 18 meter hoogte overzien we, hoog boven de andere boomtoppen, een gebied van vele vierkante kilometers. 'Maar daar zie ik nu veel minder roofvogels dan jaren geleden' zegt Bijlsma. 'Buizerds, wespendieven, sperwers, ze gaan allemaal achteruit.'
Over het waarom kan Bijlsma met de voor hem kenmerkende wetenschappelijke zorgvuldigheid alleen gissen. 'Zeker is dat het platteland de afgelopen decennia enorm is veranderd. Ik zie ook misvormingen aan de jongen van bijvoorbeeld de havik, die erop zouden kunnen duiden dat de bestrijdingsmiddelen uit de landbouw ophopen in de top van de voedselketen, net als tijdens de DDT-crisis van de jaren zeventig.'
Ook uw verslaggever moest eraan geloven: 18 meter de lucht in (foto: Rob Bijlsma)