In 2024 moeten alle nertsenbedrijven stoppen. Maar misschien gebeurt dat al eerder. Deze week verliep namelijk de deadline voor nertsenbedrijven. Als er na half augustus nog nertsen besmet zouden raken dan zouden alle bedrijven in Nederland preventief worden geruimd. Inmiddels zijn er na die deadline drie besmette boerderijen bijgekomen, maar een beslissing is nog niet genomen.
Ooit bezocht ik zo’n nertsenfarm. Niet als activist, maar als schrijver. Bij wijze van uitzondering mocht ik plaatsnemen aan de keukentafel van een fokker, onder voorwaarde dat mijn verhaal vóór publicatie door de voorzitter van de branche mocht worden gelezen en afgekeurd. De dieren zelf kreeg ik no way te zien.
Maar goed, ik wilde een boek schrijven over onze landbouwhuisdieren en hun talenten. Landbouwhuisdieren zijn dieren die we uit het wild hebben gehaald om ons mensen te dienen. De meeste van die dieren zoals schapen, koeien en varkens zijn zo doorgefokt dat ze zich inmiddels hebben onderscheiden van hun wilde voorouders. Maar met nertsen zijn we pas 130 jaar bezig, dus die beestjes zijn nog net zo onhandelbaar als hun broers en zusters in de natuur. Een dier domesticeer je niet in honderd jaar. En trouwens waarom zou je nertsen handmak maken als je ze alleen uit hun kooien haalt om de jongen te spenen, om de volwassen dieren in de paartijd bij elkaar te zetten, of om ze, als hun tijd gekomen is, als houtblokjes in de vergassingston te gooien. Dan trek je gewoon even je handschoenen aan om geen last te hebben van hun bijtend verzet.
De nertsenhouder in kwestie vertelde me bij een kopje koffie dat mensen die nertsen zielig vinden het dier geen recht doen. Zielig is namelijk maar een gevoel. ‘Want wat doet een nerts in een kippenhok?’ vroeg de nertsenman mij dreigend. ‘Een kippetje pakken.’ antwoordde ik. ‘Hij doodt alles, met de kuikens erbij. Een nerts is niet zielig en wil niet zielig gevonden worden. Hij zou zich kapotschamen als hij zielig gevonden werd.’
Deze week moest ik ineens weer aan die nertsenhouder en zijn uitspraken terugdenken. Na het interview in de keuken mocht ik toch, bij zeer zeer hoge uitzondering met hem mee naar de stal. We betraden even later de enorme schuur. Het was er doodstil. Kort daarvoor waren de meeste nertsen namelijk al vergast. De dieren die nog een jaar mochten blijven lagen te slapen in hun kooi. Ik vroeg de nertsenfokker waar het water was.
‘Water?’ zei de fokker. Ik knikte. ‘Het zijn toch aquatische dieren?’ vroeg ik verder. ‘Weet je wat die beesten doen als ik ze water geef?’ ‘Erin zwemmen?’ probeerde ik. ‘Precies,’ zei hij, ‘en hun eten erin weken zodat het een troep wordt in hun kooi en ze met hun natte pels in het zaagsel gaan liggen. En weet je wat er dan gebeurt?’ Hij wachtte mijn antwoord dit keer niet af. ‘Dan groeien de paddestoelen binnen de kortste keren uit de kooien.’ De fokker verzekerde me dat wanneer je nertsen geen water gaf ze het ook niet konden missen.
Dan nu weer terug bij het Outbreak Management Team Zoönosen dat de minister heeft geadviseerd alle bedrijven te sluiten mocht zich na half augustus nog één besmetting voordoen.
Hoewel ik tegen ruimingen ben hoop ik toch dat de minister gehoor geeft aan de oproep van het OMT-Z. En dan niet voor even, maar voorgoed, tot het 2024 is en nertsenhouderijen zijn verboden. Of de dieren nu eerder of later worden vergast, je bespaart ze in ieder geval de ellendige rest van hun leven. En hun nakomelingen, die nog geboren moeten worden, missen niets, want wat je ze niet geeft, in dit geval het leven, kunnen ze volgens de nertsenfokker ook niet missen. Net zoals mijn boek dat er nooit kwam. Dat zal ook niemand missen. Net zoals de bontkraagjes die de consument niet krijgt, die zal hij ook niet missen.
En de nertsenfokkers zelf tenslotte: zijn die zielig? Ach, zielig is maar een gevoel. Want wat doet een fokker in een nertsenhok? Precies die doodt alles. Die fokkers zouden zich kapotschamen als wij hen zielig zouden noemen.
En trouwens: ze kunnen met een lekkend kraantje in de vrijgekomen hokken altijd nog een nieuw leven als paddenstoelenkweker beginnen. En daarna lekker verder zwammen.